30 december 2014

Willem Johannes Catrines de Bil ?!

Bij het zoeken in oude kranten kwam ik de naam Willem Johannes Catrines de Bil tegen:  

Nieuwsblad van het Land van Heusen en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard, 10-12-1919

Na wat speurwerk werd duidelijk dat het Willem Johannes Catrienus de Bie was, die op 19-11-1919 in Drongelen trouwde met Teuntje van de Nieuwegiessen, die aldaar werd geboren op 23-7-1895 als dochter van Govert van de Nieuwegiessen en Saartje de Wind. 

24 december 2014

Het quaet comportement van cleermaecker Jan Hendricxsz in Delft

In de keurboeken van Delft zijn publicaties van scheidingen opgenomen. Het betrof scheidingen "in bedde, huijshoudinge ende goederen". 

De kleermaker Jan Hendricxsz was weduwnaar en woonde aan de Oude Delft, toen hij op 26-1-1603 in Delft hertrouwde met Neeltge Gillisdr., weduwe van Jan Coensz. en wonend in de Choorstraat. Neeltge's man, Jan Coensz. uit de Choorstraat, was op 11-3-1602 in de Oude Kerk in Delft begraven. Een kind van hem was aldaar op 12-7-1595 begraven. 

Jan Hendricxsz, cleermaecker, en Neeltgen Gillisdr. verkregen een scheiding op 24-12-1614 wegens het "quaet comportement" en de dagelijkse twist van de echtgenoot. 

De Oude Kerk in Delft, geschilderd door Jan van der Heyden
Bronnen: Goudappel, C.D.: "Scheidingen, te Delft uitgesproken, 1605-1806" en Digitale Stamboom Delft.

16 december 2014

Schipper Govert Baars (1775-1848) werd opgesloten wegens krankzinnigheid

Govert Baars werd op den 13 maart 1819 - op verzoek van zijn vrouw - door de Rechtbank in Dordrecht voor een jaar wegens krankzinnigheid "geconfineert" in het Stads Krankzinnig- en Beterhuis. Op 2 augustus van dat jaar werd hij alweer ontslagen, omdat hij was hersteld.

Krankzinnigen werden in Dordrecht vanaf 1760 ondergebracht in het voormalige Heilige Geesthuis van de Grote Kerk aan de Lindengracht. Opsluiting vond plaats wanneer er sprake was van sociaal verwerpelijk gedrag, zoals agressie, alcoholisme of verkwisting. Doorgaans diende een familielid een verzoekschrift in bij de Kamer Justicieel. Deze overlegde dan met de regenten van het huis. Soms werd ook een stadsdoktor om advies gevraagd.

Govert Baars was op 18 januari 1775 in Dordrecht geboren als zoon van Cornelis Jans Baars en Pieternella Schaap. Govert was vernoemd naar zijn gelijknamige oom en zijn overgrootvader Govert Thomasz Gravendijk. Van vader's zijde was Govert een achterkleinzoon van mijn voorouder Cornelis Jansze Baars uit Nederhemert. Govert was getrouwd met Maria Kwantes*. In de periode 1801-1812 lieten zij de volgende kinderen dopen: Cornelis, Jan, Pieter, Barend (2x), Maarten en Napoleon. Via zoon Cornelis (1801-5183) had Govert een gelijknamige kleinzoon. 

Op 11 september 1804 werd in Dordrecht een koopakte opgemaakt, waarin Arnoldus Tijssen, schipper en burger van Dordrecht, "bekende verkocht te hebben, en dienvolgende te cedeeren, transporteeren en in vollen vrijen eigendom overtedragen aan Govert Baars, mede Schipper en wonende binnen deze Stad: zijn Damloper Schuit, lang over Steeven 63 voeten en wijdt 15 voeten, met staande en lopend Want, en verdere bijbehorende Goederen, zo die reilt en zeilt". Hij gaf aan voldaan te zijn met "ene Sa. van Acht Hondert Guldens, gereet en contant geld".

9 december 2014

Pieter Kluifhoofd deed zijn boerderij in 1765 over aan zijn zoon

Pieter Maartens Kluifhoofd, wonend onder Nieuwenhoorn, transporteerde aan zijn oudste zoon Maarten Pieters Kluifhoofd vanwege diens lange jaren onbetaalde dienst op de boerderij: 
  • Een bouwmanswoning (huis, erf, schuur, wagenkeet en berg) op de Oostdijk onder Nieuwenhoorn.
  • Land in de Ouwejaar, in de Bonsenhoek, in de Steenhoek aldaar, aan de Hoofddijk, in de Welhoek, nog onder Nieuw Helvoet, in de Kruisenhoek, in de Honaard en in de Ossenhoek.
  • Verder draagt hij de pacht over van land in Nieuwenhoorn en onder Nieuw Helvoet, dat hij pacht van Leendert Scheigrond, de Armen van Nieuwenhoorn, juffr. Keiser weduwe Ruigrok, Aalbert Bos, Hugo van Andel, Cent Preuijt, Jan Schaap, Jan de Baan, Kornelis Hoijer en Laurens van Oosten. 
Hiervoor moet de zoon ƒ6000 betalen aan zijn vader of al diens overige na te laten kinderen. Deze akte van schenking bij leven werd op 9-12-1765 opgemaakt door notaris Adrianus Hubertus Honigh.


30 november 2014

Maerten Gerritsen huwde Wijve Jans op 30-11-1612 in Streefkerk

Streefkerk, 30-11-1612:
"Den 30. Novemb. zijn alhier indertrouwe gedaen Maerten Gerritsen, jongman van Leckerkerck, met Wijve Jans, jongedochter van Streef-kercke. Den Bruijdegom geassisteert met zijnen broeder, Lenaert Gerritsen, de bruijt met haren vader, Jan Damissen Smit, en naer datse soo hier als oock tot Leckerkerck hare drije Sondaechsche geboden sonder verhindernisse gehadt hadden, soo zijnse den 23. Decemb. tot Leckerkerck inden houwelijken staet bevesticht."


De bruidegom was Maerten Gerritsen Stuij, een zoon van mijn voorouders Gerrit Cornelisz Stuij en Volckgien Willems.



27 november 2014

Peter IJsbrantsz werd verwond in zijn linker oog

Op 27-11-1625 in Lexmond compareerden:
- Peter IJbrantsz, wonende op Lakerveld, geassisteert met Gerrit IJsbrantsz, zijn broeder, ter eenre, en
- Claes Geerlofsz Schinckel tot Overleck, terandere zijde,
en verklaarde

dat sekere tijt geleden een handgemeen is geweest en dat
Claes Geerlofs daarbij Peter IJbrants in zijn linker oog heeft geraakt.

Peter IJsbrants kreeg daarom 70 gulden.

24 november 2014

De nagelaten weduwe van Cornelis Lenaertsz Speck

Zoeterwoude, d.d. 24-11-1639:

Lijsbeth Dircxsdr. nagelaten weduwe van Cornelis Lenaertsz. Speck, in zijn leven gewoond hebbende aan de Broekweg in Zoeterwoude, in deze geholpen bij Arijen Arijensz., haar broeder, wonende tot Rijnsaterswoude, als haar gekoren voogd, ter eenre, en Pieter Lenaertsz. Speck en Frans Lenaertsz. Speck, als omen en gestelde voogden over
  • Pieter Cornelisz. Speck oud omtrent 14 jaar, 
  • Dirck Cornelisz. oud omtrent 12 jaar en 
  • Maertgen Cornelisdr. oud omtrent 18 jaar of elk daar omtrent 
allen minderjarige weeskinderen van de voorn. Cornelis Leendersz. Speck.

Zij  verklarende overzien hebbende de inventaris d.d. 21-11-1639 van de boedel deze gescheiden te hebben.


Bron: Weeskamer Zoeterwoude inv.  79, transcriptie van Teun van der Vorm.


17 november 2014

Haesjen Floren Schup liep brandwonden op in 1672

Op de lidmatenlijst van Ameide van 25-12-1663 wordt vermeld dat "In Thienhoven sijn bevonden ten selven tijde als volgt": Fas Ariensze Ottolander en "Haesjen Floren, sijn huisvrouw, verbrand in haar huid op 17-11-1672". Dat laatste zal dus een latere toevoeging zijn. 

Haesje Floren was een dochter van Floris Cornelis Schup. Uit Haesje's huwelijk met Vas Adriaensz Ottolander zijn mij 2 kinderen bekend: Floris en Joostje, die beiden trouwden en kinderen kregen. 

Vas Adriaensz Ottolander is in maart 1666 overleden, waarna Haesje op 20-1-1670 in Ameide hertrouwde met Arien Heijmense de Groot, weduwnaar van Mijnsken Jans Rogman. Het was dus pas tijdens haar 2e huwelijk dat Haesje Floren brandwonden opliep.

12 november 2014

Leichje Kranenburg (88) overleed op 12-11-1810 in Rhoon

Leichje Kranenburg overleed op 12-11-1810 in Rhoon in de leeftijd van 88 jaar en 9 maanden. Leichje was een dochter van Klijs Ariens Kranendonk (±1690-1774) en diens eerste vrouw, Jaapje Pieters Sloof. Zij was weduwe van Pieter Machielse Louter met wie Leichje op 24-11-1743 in Rhoon was getrouwd. Pieter was een zoon van Machiel Pieterse Louter en Marijtje Paulusse Tolhooft en op 23-7-1719 in Charlois gedoopt. Pieter overleed op 8-3-1792 in Rhoon. Leichje overleed 18 jaar later ten huize van haar jongste dochter Jannetje en diens tweede echtgenoot, Floris Kleinjan, die boer was. Onderstaande advertentie werd geplaatst door haar zoon Kleijs Louter.

Rotterdamse Courant, 17-11-1810

Leichje Kranenburg baarde 13 kinderen, allen gedoopt in Rhoon, waaronder:
    • Jaapje, gedoopt op 20-9-1744. Zij was op 4-3-1792 in Barendrecht getuige bij de doop van Jaapje Kleinjan, een dochter van haar zuster Lena.
    • Machiel, gedoopt op 2-1-1746, overleden in 1806, Hij was gehuwd met (1) Neeltje Ariense Groenenboom en (2) Crijna Sloof, weduwe van Hendrik den Boer. Hij had 7 kinderen.
    • Elisabeth, gedoopt op 7-9-1749, overleden in 1812. Zij was in 1772 gehuwd met Willem Cornelisz Leenheer uit Heerjansdam.
    • Kleijs, gedoopt op 14-6-1751, overleden op 7-7-1823 in Katendrecht. Hij was in  1777 gehuwd met Maaijke Pleunen Veldhoen (1744-1820). Zij hadden 5 kinderen.
    • Lena, gedoopt op 5-1-1755, overleden op 8-5-1829 in Barendrecht. Zij was gehuwd met (1) in 1776 Jan Florisse Kleinjan (±1740-1802), weduwnaar van Pieternella Joppe (±1742-1775) en (2) in 1780 met Krijn Hendriks Vermaas (1754-1825). Lena had 13 kinderen uit haar eerste huwelijk.
    • Jannetje, gedoopt op 18-11-1759 en ovrleden op 19-3-1831 in Rhoon. Zij was gehuwd met (1) in 1781 Kornelis Arijsz Dekker (1759-±1791) en (2) in 1795 met Floris Janse Kleinjan, gedoopt op 24-12-1769 in Nieuw-Vossemeer en overleden op 30-8-1859 in Steenbergen, 90 jaar oud (zie onder).
    • Arij, gedoopt op 20-12-1761 en in 1787 gehuwd met Johanna van Gelder. Zij hadden 8 kinderen.

    Nieuwe Rotterdamsche Courant, 2-9-1859, overlijden van Floris Janse Kleinjan

    6 november 2014

    Oma's persoonsbewijs uit de oorlog

    Onlangs gaf mijn oom Cees mij een klein kistje met daarin allerlei documenten van wijlen mijn grootouders, Pieter de Jong (1892-1973) en Willempje Cornelia Zijderveld (1892-1976). Mijn oma heb ik alleen gekend, toen ik zelf nog klein was en zij een gebogen oud vrouwtje in zwarte kleren. Ik ben dan ook enorm blij dat in het kistje een persoonsbewijs van mijn oma zat:
    
    Mijn oma's persoonsbewijs

    3 november 2014

    De Dordtse Hadewij Willems de Haen (1668-1741)

    In 1712 speelde er in Dordrecht een conflict tussen Hadewij de Haen en Matthijs Baerthout de Stercke, die Hadewij uitschold voor hoer, teef en beest. Hij vertelde dat hij haar vroeger, toen ze sneepen gingen venten in de rivier de Noort, voor een  dubbeltje 'afnaaide'. Hij had haar vervolgens onbetamelijk aangevat, haar rokken opgelicht en gezegd: "Wilt gij niet nogmaals zeggen, likt mijn gat, likt mijn etc.". Daarna had hij haar tot bloedens toe geslagen.
     
    Later had De Stercke gezegd: "Heb je van dat leven tusschen Cornelis in den Hemel en Hadewijchje in de Hel niet gehoord?". Hij had daarbij gesuggereerd dat Hadewij na een vechtpartij van haar man met een zakje geld bij de officier was gaan "krijten en kermen".

    Dordrecht, geschilderd door Aelbert Cuyp (1620-1691)

    31 oktober 2014

    Willem de Jong kwam in 1944 om door een granaatscherf

    Oudoom Willem de Jong sneuvelde tijdens de oorlog in Capelle (NB) op 1-11-1944. Hij was aldaar geboren op 7-1-1899 als jongste zoon van Adriaan de Jong (1850-1899) en Gerdientje Boeser (1861-1936). Willem heeft zijn vader nooit gekend, want die overleed reeds enkele maanden na zijn geboorte. 

    Echo van het Zuiden, 10-11-1944

    30 oktober 2014

    Mijn eerste genealogie post heb ik 2 jaar geleden geplaatst!

    

    Genealogie Bos Blog

    Blogiversary


    Dit zijn enkele van mijn favoriete blog posts van de afgelopen 2 jaar: 

    Dol, dwaas of misdadig

    Buitenechtelijke relaties en kinderen

    Gezinnen

    24 oktober 2014

    Hun huwelijk werd opgehouden "overmits sij in onechte geseten hebben"

    Dordrecht, 24 okt. 1604: Gerit Jansz., hovenier, wed. van Antwerpen, en Anneken Jansdr. van Dortmunt in het Sticht van Munster. "Opgehouden naer het tweedde gebot, overmits sij in onechte geseten hebben noch bij leven van sijne voergaende huijsvrouw, also die van Swijndrecht inde classe hebben geremonstreert". 

    Dordrecht rond 1600

    21 oktober 2014

    Kapitein Jan van Sprang uit Dordrecht en het slavenschip "De Zanggodin"

    Op 21-10-1770 vertrok schipper Jan van Sprang met het snauwschip "De Zanggodin" voor een driehoeksreis Middelburg-Guinee-Engeland-Suriname-Middelburg voor de Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC). Bij deze zgn. driehoekshandel werden handelsgoederen naar Afrika vervoerd, slaven uit Afrika naar Midden-Amerika gebracht en werden vervolgens plantage-producten naar de Republiek vervoerd.   

    Het schip de "Zanggodin" was een snauw, een 17e- en 18e-eeuws zeilschip, eigenlijk een brik met een extra mastje direct achter de bezaansmast, genaamd de snauwmast. Snauwschepen varieerden in gewicht van 48 tot 96 last (een scheepslast was 2000 kg). De helft van de bemanning op de schepen van de MCC werd uit Zeeland gerecruteerd, 15% uit andere delen van het land en 35% uit het buitenland. 

    Een snauwschip

    10 oktober 2014

    Door een wijndt meuwlen doot gheslaghen in 1610

    "Item op den 10 off 20 doch ooctobris 1610 is den predicant tot Oosterwijck bij Gorckum, na huys gaende, door een wijndt meuwlen doot gheslaghen, met name Plattevoet," dominee David du Pierre.


    30 september 2014

    Eindelijk weet ik zeker dat Caatje Warbie (1742-1785) een voorouder is

    Via mijn moeder stam ik af van Johanna van Helmont (1764-1831), die op 8-6-1783 in Dordrecht trouwde met Gerrit Fransse Langeweg (1762-1821). Johanna van Helmont was het enige kind van Izaak van Hel[le]mont (1741-1866) en Caatje War[re]bie (1742-1785). Omdat Johanna's ouders net geen 3 jaar getrouwd waren, toen haar vader op 24-jarige leeftijd overleed, en haar moeder, Caatje Warbie, nergens met patroniem werd vermeld, was het lang onzeker of ik de grootouders van Johanna van Helmont wel juist had gereconstrueerd. 

    Tegenwoordig staan op de website bomenmetbert.nl 18e eeuwse Dordrechtse huwelijksinschrijvingen ter inzage. Daar ben ik gaan speuren. 

    Caatje Warbie en Izaak van Helmont zijn op 24-7-1763 in Dordrecht getrouwd en bij hun huwelijksinschrijving staat dat Caatje's moeder, Geertruij Bolle, weduwe van Arij Warbie, getuige was bij hun huwelijk. Daarmee zijn de ouders van Caatje vast komen te staan: 

    Bij de huwelijksinschrijving van Isak van Helmond en Caatje Warbie staan de ouders van Caatje vermeld.

    Izaak van Helmont werd bij zijn huwelijk vergezeld door zijn vader Hendrik van Helmont. Hendrik was gehuwd met Anna van Leeuwen. Naar haar kan zijn dochter Johanna van Helmont zijn vernoemd, die bij die doopinschrijving op 29-6-1764 in Dordrecht Anna wordt genoemd. Izaak, die een jongere zoon was, is dan vernoemd naar zijn overgrootvader, de vader van zijn grootmoeder Engeltje Izaaks Vinman.


    25 september 2014

    Pieter Rosenbrand werd 91 jaar oud op 25-9-1939

    Pieter Rosenbrand werd op 25-9-1848 in Capelle (NB) geboren als oudste zoon van Cornelis Rosenbrand (1801-1878)* en Anna Schouten (1814-1878). Hij trouwde aldaar op 21-5-1891 met Antonia Boeser (1853-1939), dochter van Arie Boeser en Geertrui Geenen. Antonia was bij haar huwelijk al 37 jaar oud en Pieter nog eens 5 jaar ouder. Hun huwelijk bleef kinderloos. Antonia overleed op 8-5-1939. Pieter Rosenbrand overleed op 26-3-1940 en werd dus maar liefst 91 oud!

    Echo van het Zuiden,  6-4-1940

    *  Pieter is vernoemd naar zijn grootvader, Pieter Rosenbrand (1777-1852), die een voorouder is van mij.

    17 september 2014

    Gerrit Dircx Cranendonck (†1706) was "sijne sinnen onmachtig"

    Op 18-9-1678 liet Arijen Dircx Cranendonck 2 personen verklaren dat wegens ziekte van Gerrit Dircx Cranendonck, zijn broeder, die "sijne sinnen onmachtig is geweest", diens zaken gedurende het hele jaar 1674 door Arij zijn waargenomen. Hun tante Leentge Adriaen Jorisdr. stelde Arijen aan tot beheerder van Gerrits aandeel in haar erfenis. Hij bezat het slechts "in lijftocht".

    Gerrit Dircx Cranendonck was rond 1640 geboren in Charlois (nu Rotterdam) als zoon van Maritgen Gerrits Cranendonck en Dirck Adriaen Jorisz (1649). In 1664 wilde Gerrit trouwen met Anneke Hendriks (1640-1680) uit de Sint Anthoniepolder, maar toestemming werd geweigerd door zijn behuwd oom Arijen Reijnen van der Linden, echtgenoot van Leentge Adriaen Jorisdr., de zuster van wijlen Gerrit's vader. Twee jaar later, op 2-5-1666, konden Gerrit en Anneke eindelijk trouwen. Gerrit en Arij vernoemden beiden een dochter Lena naar hun tante.

    In 1678 was Gerrit kennelijk alweer voldoende hersteld van zijn ziekte om, geassisteerd door zijn broer Arijen, enige malen op te kunnen treden voor het gerecht van 's-Gravendeel. Op 18-12-1679 compareerde Arijen Dircks Cranendonck, ziek, won. te 's-Gravendeel. Tot universeel erfgenaam benoemde hij zijn 2 onmondige kinderen. Als voogde stelde hij aan Wijnant Pelsser, wolwever te Dordrecht, en Dirck Dircks jonge Quartel, wonende in Bonaventura. De voogden moesten na het overlijden een inventaris maken in het bijzijn van Geerit Dircks Cranendonck, die zich echter niet met de boedel mocht bemoeien. Bovendien zouden zij zich moeten verwantwoorden voor Geerit Dircks Cranendonck.

    Op 5-3-1681 hertrouwde Gerrit Dircx Cranendonck, weduwnaar van Annigje Hendricks, met Sijtgen Cornelisse, weduwe van Dirck Jacobs, beiden wonend te Puttershoek. Gerrit had 6 kinderen uit zijn 1e huwelijk en kreeg nog 2 kinderen met Sijtgen. Op 5-9-1700 was Gerrit samen met zijn jongste dochter Lena getuige bij de doop van Annigje van der Graaf, dochter van Gerrit's oudste dochter Marigje. Gerrit's overlijden werd op 13-4-1706 aangegeven door zijn weduwe Sijtgen Cornelisse. 
    
    Puttershoek
    Bron: ir. C. Sigmond en K.J. Slijkerman: "De Geslachten Cranendonck in Holland ca. 1400-1700", Rotterdam, 1992

    15 september 2014

    Lammert Korsse de Bruijn in Vijfheerenlanden ("Brick Wall")

    Er zijn van die voorouders waarbij het extra moeilijk is om informatie over ze te vinden. Vaak is het een combinatie van een vaak voorkomende naam en een verhuizing, waardoor het spoor niet of nauwelijks meer te volgen is. In het Engels noemen ze zo'n vastloper een "Brick Wall" (stenen muur).

    In Vijfheerenlanden loop ik vast bij zowel de eerste vrouw als de ouders van Lammert Korsse de Bruijn:  
    • Lammerts eerste vrouw was Hanna Vos, die was geboren in Everdingen. Bij hun huwelijk in 1739 woonde zij in Zijderveld. Haar vader heette hoogstwaarschijnlijk Cornelis.
    • Lammerts moeder was Marijgje Jans Brakhand/Brackband, die als j.d. van Lakerveld in 1706 trouwde met Cors Lammertsz de Bruijn, j.m. van Blokland. Ook van Cors heb ik geen verdere voorouders kunnen vinden.

    Huwelijksinschrijving van Lambert de Bruin en Hanna Vos op 28-10-1739 in Zijderveld.

    11 september 2014

    De kinderen van Jan Florisse Kleinjan (1800-55)

    Jan Florisse Kleinjan (1800-55) was een gegoede boer in Poortugaal. In 1851 werd hij voor ƒ1383,78 aangeslagen voor grond in Poortugaal, Rhoon, Pernis, Groote Lindt, Kleine Lindt, Hendrik-Ido-Ambacht, Meerdervoort, Barendrecht en Charlois. Ook was hij hoogheemraad in Poortugaal en Rhoon.

    Met zijn echtgenote, Adriaantje Baas (±1803-75), kreeg Jan 12 kinderen. De oudste zoon, Floris (1822-60) was naar zijn opa van vader's zijde vernoemd. De tweede zoon, Arij Kleinjan, werd geboren op 23-11-1825 in Rhoon. Hij overleed "na eene korstondige ziekte van drie dagen" op 9-9-1847 in Poortugaal, 21 jaar oud. Zijn ouders plaatsten deze advertentie:

    Rotterdamsche Courant, 11-9-1847, overlijdensbericht van Arij

    Daar bleef het niet bij. Op 29-4-1853 in Poortugaal overleed hun 12-jarige dochter Adriaantje "na een smartelijk lijden". Adriaantje was aldaar geboren 2-11-1840. Haar ouders plaatsten deze advertentie:
    
    Rotterdamsche Courant, 30-4-1847, overlijdensbericht van Adriaantje
    Zelf overleed Jan Florisse Kleinjan op 29-11-1855, bijna 55 jaar oud. Zijn weduwe liet de volgende advertentie plaatsen: 

    Nieuwe Rotterdamsche Courant, 30-11-1855, overlijdensbericht van Jan

    31 augustus 2014

    Teunis Centen Eellant (†1701) van 's-Gravendeel

    Teunis Centen Eelhant/Eellant/Eenland/Elandt, in 1696 wonende te 's-Gravendeel en in de Mookhoek, was getrouwd met Leijntje Cornelisse. Zij zijn waarschijnlijk dubbele voorouders van mij via hun waarschijnlijke dochters Soetie en Lijsbet. Daar de doopboeken van 's-Gravendeel helaas vernietigd zijn, is er weinig van dit echtpaar bekend. in de periode 1696-97 zijn Leijntje en 4 van hun kinderen overleden: "Den 31 augustij 1696: ontfangen van Teunis Centen Eellant de somme van drie guldens, voor ’t regt van begraven van desselfs vrouw, genaempt Leijntje Cornelis, als gehoorende onder de classis van drie gul." Teunis overleefde haar nog 5 jaar, want in maert 1701 werd "ontfangen van Willem Teunisse Eellant drie guldens voort regt van begraven van ’t lijck van sijn vader, genaemt Teunis Senten Eellant, aengevinge gedaen hebbende onder de classis van drie gulden".

    26 augustus 2014

    Francis Bersevelt bedreigde Thomas Geldense Paans in 1737

    Het Rechterlijk Archief van Loon op Zand getuigt van een langdurige ruzie tussen mijn voorouder Thomas Geldense Paans (1692-1769) en ene Francis Bersevelt, die in een huis van Paans woonde.

    Francis Bersevelt voerde in 1737 een civiele procedure tegen Thomas Paans, woonachtig te Capelle, over achterstallige huishuur en een openstaande rekening.  Op verzoek van Francis Bersevelt legde Arnoldus van Reijswijk, vorster, op 10-4-1737 beslag op de goederen van Thomas Paans, wonende te Capelle.

    Jan Peetersz. van Tilborgh legde op verzoek van Thomas Geldense Paans op 24-7-1737 in Loon op Zand een verklaring af over hoe Francis Bersevelt genoemde Paans bedreigd heeft. Corstiaan van Wanrooij, Jan Coenen van Boxel, Gerrit van Hal, Peeter Valentijn en Huijbert Conings, legden op verzoek van Francis Bersevelt op 15-11-1737 in Loon op Zand een verklaring af over zijn ruzie met Thomas Paans. 

    Op 10-5-1738 legde Adriaan Drossaars, wonende te Waalwijk, op verzoek van Thomas Paans, wonende te Capelle, een verklaring af over dat Francis Berseveldt nooit ramen of kozijnen bij hem gekocht heeft. Op 15-5-1738 legde Jan Kievits, oud-schepen, op verzoek van Thomas Paans een verklaring af over dat Francis Bersevelt nooit hout bij hem heeft gekocht. Bastiaan Anthonijsz. Timmermans, meester-timmerman, verklaart in opdracht van Paans gewerkt te hebben aan het huis waarin Bersevelt woont.

    Op 25-10-1738 leggen Jan Vos, wonende te 's-Grevelduin-Capelle op de Nieuwe Vaart, en Hendrik van Osch, op verzoek van Thomas Paans een verklaring af over dat Francis Bersevelt woont in een huis van genoemde Paans.

    Op 16-9-1739 werd Barsevelt veroordeeld tot het betalen van 64 gulden huishuur, verminderd met de schuld van 20 gulden en 18 stuivers in verband met geleverde winkelwaarde. 

    20 augustus 2014

    Het kalf van Wouter Ophorst (1836-84)

    De landbouwer Wouter Ophorst werd geboren op 2-11-1836 in Sprang-Capelle. Net als ik is hij een nakomeling van Cornelis Ophorst (1691-1771). Wouter trouwde in 1862 met Antonetta van der Hoeven, weduwe van Dirk Verheijden. Hun kinderen Arie, Adriaan en Maria Adriana bereikten de volwassen leeftijd. Wouter Ophorst overleed op 29-2-1884. Zijn weduwe op 18-7-1886. 

    In de zomer van 1882 werd een kalf van Wouter Ophorst mishandeld en gedood: 

    Echo van het Zuiden, 20-8-1882

    12 augustus 2014

    Jansje Verhoog (1810-84) werd door haar echtgenoot verlaten

    Jannetje (Jansje) Verhoog werd op 9-4-1810 in Leiden geboren en 2 dagen later in de Pieterskerk gedoopt. Haar vader was Adrianus Verhoog. Haar moeder was waarschijnlijk Sara Dreeft. Jansje was nog maar 19 toen zij op 3-12-1829 in Leiden trouwde met Johan(nes) Beat(us) Mader. Johan Beatus was op 11-12-1805 in Grosswangen in Zwitserland gedoopt als zoon van Johannes Mader. 

    Johan Beatus Mader was kort voor zijn huwelijk in garnizoen te Gorinchem. Later was hij schrijnwerker. Hun eerste kind werd op 9-8-1830 in Leiden geboren en Adrianus genoemd naar Jansje's vader. Daarna volgden Johan Beatus jr. (1834) en Abraham (1838). 


    In oktober 1842 heeft Johan Beatus Mader zijn vrouw en kinderen verlaten. De met de kinderen achtergebleven Jannetje Verhoog verdiende de kost als naaister. Na verloop van tijd wilde Jansje gaan scheiden, maar de verblijfplaats van Johan Beatus was onbekend. Er werd een oproep geplaatst dat Johan Beatus voor de rechtbank diende te verschijnen, maar hij kwam niet opdagen. Daarop werd op 25-2-1851 het huwelijk van Jannetje Verhoog en Johannes Beatus Mader ontbonden door echtscheiding.  

    8 augustus 2014

    Parenteel van Pieter Cornelisz Stolk uit Hillegersberg

    1 Pieter Cornelisz Stolk. Pieter is overleden vóór 1613. Pieter trouwde met Commertje Cornelisse. Commertje is overleden vóór 1625.
    Hillegersberg
    Kinderen van Pieter en Commertje:
    1 Cornelis Pietersz Stolk. Volgt 1.1.
    2 Simon Pietersz Stolk. Volgt 1.2.
    3 Maerten Pietersz Stolk [1.3]. 
    4 Jannetje Pieters Stolk [1.4]. 
    5 Trijntje Pieters Stolk [1.5]. 
    6 Maritge Pieters Stolk [1.6]. Maritge is overleden vóór 1635.

    1.1 Cornelis Pietersz Stolk, zoon van Pieter Cornelisz Stolk (zie 1) en Commertje Cornelisse. Cornelis is overleden vóór 1659. Cornelis trouwde vóór 1637 met Neeltge Claesse ( Ruijchaver). Neeltge is overleden vóór 1659.
    Kinderen van Cornelis en Neeltge:
    1 Pieter Cornelisz Stolk. Volgt 1.1.1.
    2 Pietertje Cornelisse Stolk [1.1.2]. 
    3 Gerrit Cornelisz Stolk [1.1.3].
    4 Arien Cornelisz Stolk [1.1.4].

    3 augustus 2014

    Lieven Lindeman (†1643) was een vrouwenversierder

    Uit de Rotterdamse archieven komt Lieven Lindeman jr. naar voren als een vrouwenversierder met weinig verantwoordelijkheidsgevoel. 

    Lieven's ouders
    Lieven Lindeman was de zoon van Trijntgen Hillegersdr. en verwer Lieven Lindeman sr., die op 5-6-1605 in Rotterdam waren getrouwd. Lieve sr. was rond 1578 geboren en op 16-2-1625 begraven. Het paar had kort daarvoor op 2-2-1625 een mutueel testament opgemaakt, waarin ze zijn broer Guilliamme Lindemans benoemden tot voogd over de kinderen. Trijntgen was eerder weduwe van Aert Bogaert met wie zij een dochter Annitgen had, die in 1613 ongehuwd in Leerdam woonde. Op 24-12-1635 maakte Trijntje een testament op waarin haar overige kinderen worden genoemd: Hillegont, Lieven, Jenneken en Pierijntge. 

    Het kind van Aeltje Teunisdr

    In Rotterdam op 4-9-1640 wordt op verzoek van Aeltje Teunisdr. een verklaring afgelegd door Aeltje Maertensdr, vroetvrouw, 38 jr, en Maertjen Aelbrechtsdr, weduwe van Christiaen Pietersz, 71 jr, Heijltgen Lourensdr, 61 jr, Magdeleentje Segersdr, 48 jr, Diewertje Jacobsdr, 31 jr, Susannetje Ariensdr, 33 jr, en Trijntjen Philipsdr, 29 jr.
    Zij zeggen dat, toen Aeltje Teunisdr op 31-8-1640 aan het bevallen was, zij er bij waren en gehoord hebben dat Aeltje in hoogste nood bekende dat Lieven Lindeman, jongman, de vader van Aeltje's kind is. 


    Een baker met een ingezwachtelde baby


    31 juli 2014

    Ziektes in de 19e eeuw

    Deze blog gaat over ziektes die in de 19e eeuw veel voorkwamen. 

    Tuberculose was een endemische ziekte in de westerse wereld in de 19e eeuw, wat wil zeggen dat de ziekte hardnekkig bleef heersen. Tuberculose eiste jaarlijks meer dodelijke slachtoffers dan de toen optredende grote cholera- en pokkenepidemieën samen. Bij de Europese bevolking is de sterfte aan tuberculose aan het eind van de 19e eeuw gaan dalen.
    Mijn tante Pieternella (Nel) de Jong (1917-60) heeft de ziekte als tiener opgelopen, toen ze zorgde voor een boerenvrouw, die de ziekte had. Zij heeft daarna altijd een zwakke gezondheid gehouden. Voor mijn geboorte was zij al overleden en met mijn tweede naam ben ik naar haar vernoemd.

    Mijn tante Nel de Jong (1917-1760) moest curen tegen de tuberculose

    27 juli 2014

    "Zij was eerder met een Den Boef getrouwd"

    Al sinds in 1975 mijn tante met haar oom trouwde ben ik bevriend met Trea den Boef. Op een gegeven moment leek het me wel interessant om ook eens naar haar voorouders te speuren en vroeg haar om informatie. In haar familie ging het verhaal dat er een Margrita Johanna was geweest, die was getrouwd met een Pietjouw "en uit een eerder huwelijk met een Den Boef nog een zoon Nicolaas had".
     
    Toen ik in 2003 begon te zoeken in het archief in de citadel in 's-Hertogenbosch, bleek dat het verhaal toch iets anders in elkaar zat dan de familie dacht. Adriaan Pietjouw (1848-1892) was, als weduwnaar van Huiberdina Molendijk (1840-1876), op 29-6-1876 getrouwd met Margrita Johanna den Boef.
     
    Margarita Johanna den Boef was geboren op 22-2-1852 in Dinteloord als tweede dochter van Nicolaas den Boef (1822-1867) en Johanna de Pender. Op 27-7-1873 in Dinteloord had zij als ongehuwde moeder een zoon gekregen, die zij naar haar vader Nicolaas had genoemd. De geboorte werd de volgende dag aangegeven door de vroedvrouw, Adriana Louisa Rust.

    Geboorteinschrijving van Nicolaas den Boef op 28-7-1873 in Dinteloord

    In haar huwelijk, dat 3 jaar later plaats had, baarde Margarita Johanna den Boef nog 6 kinderen, waarvan alleen haar dochters Cornelia en Johanna de volwassen leeftijd bereikten. Cornelia Pietjouw (1878-1965) huwde een ver familielid, Hermanus de Pender (1877-1965). Johanna Pietjouw trouwde Jan van Sabben (1879-1946) en kreeg 3 kinderen, waaronder Margaretha Johanna van Sabben (1913-1999), die rond 1950 met de weduwnaar Nicolaas den Boef zou trouwen.
     
    De in 1873 als buitenechtelijk kind geboren Nicolaas den Boef was op 15-8-1879 getrouwd met Adriana Wilhelmina "Naantje" Provilij. Zij kregen 5 kinderen. De jongste was Nicolaas den Boef (1905-1971), die in 1934 trouwde met Trijntje van den Burght (1896-1942) en rond 1950 met zijn halfnicht Margaretha Johanna van Sabben. Zij schijnt een typisch voorbeeld van een "boze stiefmoeder" te zijn geweest voor zijn enig kind uit zijn eerste huwelijk. Dat kind is de vader van mijn vriendin Trea.

    22 juli 2014

    Klaartje Maartens Kluifhoofd, weduwe van Pieter Bos

    Klaartje Maartens Kluifhoofd, weduwe van Pieter Bos te Nieuwenhoorn, bekent - t.b.v. haar nog minderjarige zoon Aalbrecht Bos - aan de weduwe en de voogden in de boedel van Jan Keiser een schuld van ƒ 500. Dat geld zal worden aangewend voor de koop van een huis met bakkerij te Klaaswaal t.b.v. genoemde zoon. Klaartje verbindt hiervoor al haar goederen.

    Borgen zijn Pieter Maartens Kluifhoofd, schepen van Nieuw Helvoet, Hugo Bos schoolmeester aldaar, en Grietje Jans van de Polder, weduwe van Maarten Laurens Kluifhoofd, wonend te Nieuwenhoorn, en Kornelis Hoogwerf wonend onder Nieuwenhoorn. Getuige is Arie Groeneveld.
    Deze schuldbrief werd op 22-7-1742 opgemaakt door notaris Pieter de Graeff Isaaksz.


    Klaartje Kluifhoofd was op 11-8-1697 in Nieuwenhoorn gedoopt als jongere dochter van Maarten Lauwerens Kluifhoofd en Grietje Jans van de Polder. Op 20-8-1721 in Klaaswaal is zij getrouwd met Pieter Aelbregtsz Bos. Pieter was op 13-4-1698 in Nieuwenhoorn gedoopt als zoon van mr. Aalbregt Pietersz Bos(ch) en Maertje Willems van Dobbe. Pieter had een jongere broer Hugo en zowel Pieter als Hugo lieten een zoon dopen met de naam  Aalbregt. Bovengenoemde Aalbregt Bos werd gedoopt op 1-11-1722 in Klaaswaal en was dus nog net geen 20 jaar oud, toen zijn moeder een bakkerij te Klaaswaal voor hem kocht. 

    Aalbregt Bos trouwde op 16-10-1746 in Klaaswaal met een 3½-jaar-jongere plaatsgenote, Jaapje Dirks Roobol. Zij lieten 2 zoons en 2 dochters dopen. 

    Bovenstaande personen zijn geen familie. Bronnen: Archieven.nl, FamOfSH CD.

    8 juli 2014

    De pest in Gouda in 1673

    In de periode 1573-1575 was Gouda al door de pest getroffen, maar dankzij immigratie uit met name de Zuidelijke Nederlanden was het inwonertal in de periode 1595-1622 weer toegenomen. In 1625 en 1636 werd Gouda echter opnieuw door pestepidemieën getroffen. Na een korte economische bloeiperiode vanaf 1665, werd Gouda in 1673 getroffen door een zeer zware pestepidemie, waaraan bijna 3000 mensen stierven, ca. 20% van de bevolking.  

    Ook de schilder Jan Daemesz de Veth was een slachtoffer: "Hy hadde voor het plaatsnijden te leeren, doch wierde in 't jaar 1625 oud ontrent dertig jaaren, van eene besmettelijke ziekte aangetast, en overwonnen.", zo vermeldde de stadshistoricus Ignatius Walvis (1653-1714). 

    Gouda in 1674

    27 juni 2014

    Genealogie Termen - Patroniemenval en Naamsomkering

    De patroniemenval is de val waarin ment kán lopen wanneer uitsluitend op basis van naamsomkering een relatie tussen vader en zoon wordt gelegd. Naamsomkering is de omkering van doopnaam en patroniem, zoals Betram Joosten en Joost Bertrams: Joost Bertrams kán de vader zijn van Betram Joosten, maar zonder bewijs voor zo'n relatie, kan die relatie niet zomaar worden aangenomen, want elke Joost zou de vader kunnen zijn van Bertram Joosten. Is er geen vader-zoon relatie en neemt men toch aan dat die er wèl is, dan is men in de patroniemenval gestapt.


    Bron: B. van Dooren, De Patroniemenval of Hoe Bertram de Bruijn aan zijn naam kwam, Gens Nostra 9, september 2011

    19 juni 2014

    De echtscheiding van Jansje Mader (1859-1949)

    Jansje Mader werd op 19-8-1859 in Leiden geboren als dochter van Adrianus Mader (1830-1920) en Catharina van der Linden (1819-1905). Jansje was zwanger toen zij op 28-6-1882 in Den Haag trouwde met de aldaar geboren Johannes Nicolaas Amiabel. Een dochter Johanna werd aldaar op 6-10-1882 geboren. Daarna volgden Joahnnes (1884), Adriaan (1886), Catharina (1888) en Cornelia (1890). Johannes Nicolaas Amiabel overleed in Den Haag op 12-5-1893 rond 16:30.

    Jansje Mader verhuisde naar Rotterdam. Daar beviel zij op 12-12-1894 van een zoon George Johannes. Een dochter Bertha volgde aldaar op 13-2-1898. Op 3-8-1900 werd een tweeling geboren, Albertus en Hendrik, die dezelfde maand nog overleed. Tenslotte volgde op 4-11-1901 nog een dochter Maria. Jansje was toen inmiddels 42 jaar oud.
    Volgens Corrie Verhoeff was de vader van deze kinderen een meneer Voogd, wiens vrouw níet wilde scheiden. De kinderen zouden wèl bij het sterfbed van hun echte vader zijn geweest en ook nog van hem hebben geërfd. Over deze mysterieuze meneer Voogd zal ik in een latere blogpost meer schrijven.
    Op 27-1-1909 trouwde Jansje in Rotterdam met Gijsbert Johannes Kriellaart (1861-1918). Bij het huwelijk werden 3 kinderen erkend: George Johannes, Bertha en Maria. Gijsbert Johannes kwam uit een aanzienlijke familie met een familiewapen. Zijn gelijknamige grootvader, Gijsbert Johannes Kriellaart (1801-1859), was in staat geweest om iemand te betalen om dienst te doen als plaatsvervanger voor de Nationale-Militie (het leger).

    Huwelijksacte van G.J. Kriellaart en Jansje Mader, waarbij 3 kinderen worden erkend

    Op verzoek van Jansje Mader werd haar 2e huwelijk op 28-9-1912 door echtscheiding ontbonden wegens "door genoemde Gijsbert Johannes Kriellaart gepleegd overspel". Gijsbert Johannes had daar op 9-9-1912 tevergeefs verzet tegen aangetekend.

    15 juni 2014

    Het dode kind van Jannigje Vermaas in 1866 in Strijen

    In de editie van 15-6-1866 van de Nieuwe Rotterdamsche Courant staat het volgende artikel over een rechtzaak bij het Provinciaal Gerechtshof in Zuid-Holland, waarin de 21-jarige, ongehuwde Jannigje Vermaas, geboren en wonende te Strijen, werd beschuldigd van het vermoorden van haar baby:


    Op 8-2-1866 's morgens rond half 4 was Jannigje Vermaas in Strijen "ten huize van haar meester en meesteres" bevallen van een zoontje, waarvan onbekend is of het dood ter wereld kwam of nog even heeft geleegd. Jannigje had het kind namelijk vervolgens in een nabije sloot gegooid. Jacob Adrianus Quartel, melkboer, vond het babylijk in een bij zijn woning gelegen sloot. Toen hij zijn dienstmeid Jannigje ondervroeg, erkende zij die morgen te zijn bevallen en haar kind in de sloot te hebben geworpen. De aangifte van de levenloze baby werd op 9-2-1866 in Strijen gedaan door Quartel samen met de locale veldwachter. 

    Bij de rechtzaak werden 7 getuigen gehoord, waaronder 2 deskundigen. De deskundigen verklaarden (1) dat het kind niet geheel voldragen was, maar wel levensvatbaar, (2) dat het lijkje geen uitwendige tekenen van verwonding vertoonde en (3) dat de baby levend in het water was geworpen en daarna "nog krachtige pogingen tot ademhaling" had gedaan. Er werd een tuchthuisstraf voor Jannigje geëist van minstens 5 en hoogstens 20 jaren. Jannigje's advocaat had echter betoogd dat het volstrekt onbewezen was dat het kind na de geboorte had geleefd.

    8 juni 2014

    De Capelsche bootramp van Tweede Pinksterdag 1860

    Op Tweede Pinksterdag 1860 kon je een pleziervaart à ƒ1 p.p. met de Capelse stoomboot maken heen en terug naar Rotterdam. Om half 2 vertrok de Capelse boot naar Rotterdam.  

    De dag tevoren was er een noordwester storm, maar ’s avonds was het wat stiller geworden. Echter, om 11 uur stak een fikse storm op uit het Westen. Te Rotterdam bleven van de Capelse boot vele personen achter, toen deze weer richting de Kil naar het zuiden voer. Nabij Hooge Zwaluwe brak de stag der fok, die noodzakelijks was om het vaartuig in de storm te besturen. 

    Toen de kajuit begon vol te lopen waren de meeste mensen naar boven gegaan. Daar sloeg de zee of golfslag spoedig verscheidene weg, anderen sprongen zelf overboord. De hofmeester J. Verhoeven, die een goed zwemmer was en reeds het land genaderd was, had zich kunnen redden, als hij niet geprobeerd had zijn dienstmeid te redden. Hij had haar een touw toegereikt en bracht haar herhaalde malen uit de diepte boven water, waarna hij zelf, uitgeput, met haar in de diepte wegzonk. 

    Rotterdamsche Courant, 31-5-1860

    Een tiental mensen zaten in de mast en zagen de anderen één voor één van de radarkasten slaan en in de golven verdwijnen. De overlevenden hingen in de mast van ’s avonds half 6 tot de volgende morgen 6 uur, toen een andere boot langs kwam. Men kon nog 9 verkleumde personen van de boot redden.