28 januari 2015

Een vroegere woning van mijn grootouders in de Mookhoek is uitgebrand

In de nacht van zondag op maandag jl. is een woning aan de Schaweg in het Nieuw-Bonaventura bij de Mookhoek (ZH) uitgebrand. Toen de brandweer ter plaatse kwam sloegen de vlammen al uit het pand en had ook problemen met het krijgen van voldoende water.

In deze woning heeft mijn moeder met haar ouders gewoond.
Bovenstaande foto is afkomstig van nieuwsopbeeld.nl.

Pieter de Jong
(1892-1973)
In deze woning heeft mijn moeder gewoond met haar ouders, Pieter de Jong (1892-1973) en Willempje Cornelia Zijderveld (1892-1976). Het was een arbeiderswoning, die werd gehuurd van de boer, waar mijn opa voor werkte (meer daarover vindt je bij opa's melkdiploma). De boer betaalde regelmatig maar een deel van opa's salaris uit en opa en enkele van zijn zoons, die ook voor de boer werkten, moesten lange dagen maken.

Na de oorlog eisten mijn ooms, net als andere mensen, een vrije zaterdagmiddag, maar de boer weigerde. Daarop werd de hele familie ontslagen en uit dit huis gezet. Korte tijd verbleef het gezin in het schoolgebouw. Daarna kregen zij een nieuwe woning toegewezen. Dat is de woning die onder liep tijdens de watersnoodramp van 1953.

23 januari 2015

Pieter Jacobsz Ketting (1651-1700) uit Strijen vertrok naar Batavia

Pieter Jacobsz Ketting was in 1651 geboren binnen het dorp Strijen, als zoon van Jacob Cornelisz Ketting van Strijen en Geertgen Adriaans van Abeel van Langerak in het Sticht Utrecht. Pieter had broers Cornelis, die kinderloos overleed, en Adriaen, die in Rotterdam woonde. Pieter's vader overleed tussen 1651 en 1655 en zijn moeder hertrouwde met winkelier Willem Willemsz van Hasselt met wie zij nog een dochter Anneken kreeg. Rond 1659 was ook Pieter's moeder overleden.

In 1674 begon Pieter zijn werk als assistent van de VOC. In 1682 was hij gezworen klerk ter secretarie van het college van de heren schepenen van Batavia. Vanaf 1695 was Pieter expres commissaris en directeur van Souratta aan de kust van het huidige India.

Batavia

In Batavia trouwde Pieter op 13-12-1674 met de 16-jarige Jennette Harnack. Getuigen bij het huwelijk waren predikant ds. Petrus Weijtens en Johan de Koning, winkelier des kasteels ald., beneffens hun respectieve huisvrouwen. Jennette was gedoopt op 2-2-1659 binnen de stad Steenbergen met als getuige Jan Harnack, Wilhem Kruijdekoeckx, Jacomijntje Kruidekoeckx en Maijken Kruidekoeckx. Zij was een dochter van Jan Harnack  van Steenbergen en Neeltje Kruidekoeckx van Antwerpen.
Jennette beviel op 31-8-1675 in Batavia van een dochter die "in het midden harer geboorte is overleden" en "nog dienselven avond ongedoopt en zonder naam begraven". Ook hun daaropvolgende kinderen Geertruyd (1678-1681), Anna Cornelia (1681) en Johannes (1679-1688) overleden allen jong. Jennette overleed zelf op 16-1-1685 in Batavia en werd ald. op het Nederlandse kerkhof begraven.

16 januari 2015

Mijn overgrootmoeder Gerdientje Boeser overleed op 16-1-1936

Gerdientje Boeser
In de krant "Echo van het Zuiden" vond ik de vermelding van het overlijden van mijn overgrootmoeder Gerdientje Boeser. Zij is geboren op 21-1-1861 in Capelle (NB) als dochter van Cornelis Boeser (1808-63) en Maria van Diemen (1815-95). Gerdientje trouwde aldaar op 20-9-1887 met Adriaan de Jong (1850-99) en beviel van 7 kinderen voor zij weduwe werd op 38-jarige leeftijd. Gerdientje en haar 6 overlevende kinderen (Adriaan Martinus, Maria Cornelia, Cornelis, Pieter, Marinus en Willem) moesten op alle mogelijke manieren geld zien te verdienen om in hun onderhoud te kunnen voorzien. Gerdientje Boeser was 36 jaar lang weduwe voor zij overleed op 16-1-1936, 74 jaar jaar oud. 

Echo van het Zuiden, 5-2-1936

4 januari 2015

Joost Adriaensz de Pee alias "den Groten Joost" rond 1600

Op 14-9-1619 attesteerde Joost Adriaensz de Pee, omtrent 48 jaren oud en wonende onder Oost-Barendrecht, ten verzoeke van Jan Jansz, molenaar op de molen van Heerjansdam, hoe er op die korenmolen vanouds werd gewerkt met briefjes voor de molenaar en voor de collecteurs. Op dat moment was Joost dus nog geen zelfstandig molenaar. Rond 1625 was Joost Adriaensz de Pee alias "Den Groten Joost" inmiddels wel molenaar in Heerjansdam. Hij was gehuwd met Ploentgen Claesdr, die mogelijk een molenaarsdochter was. 

Den Groten Joost was niet zo snel met betalen, zoals blijkt uit de civiele rollen van de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland. Op 24-1-1596, bijvoorbeeld, was Joost Ariensz. 6 Car. gld. 10 st. schuldig aan Claes Jansz., schout van Mijnsheerenland, vanwege de koop van een paar laarzen. Hij diende in mei dat jaar te betalen. Joost was op 18-1-1596 aan Elias van Walscappel, een Dortse koopman in 'greynen', 64 Car. gld. schuldig welke hij met Baafmis 1597 diende te betalen. Baafmis is de feestdag van Sint-Bavo op 1 oktober. Joost was vaker geld schuldig aan Van Walscappel.
Volgens een zaak van 28-11-1598 was Joost Ariensz. aan Jacob van Driel en Arien Ariensz Vinck 35 ponden vlaams en 2 zalmen schuldig vanwege gekochte te velde staande bonen. Betaald diende te worden met kerstmis dat jaar. De ambachtsvrouwe van Heerjansdam liet bij acte van 11-2-1625 door het gerecht van Heerjansdam beslag leggen op het geld dat Huijbert Foppen nog tegoed had van Joost Adriaensz de Pee voor het maken van een molen. En dat zijn nog maar enkele voorbeelden.

Op 4-1-1641 is sprake van "reedende op de pael gestaen hebbende voorden deurstijl van het huys daer de wedue vanden grooten Joost in woont, sijnde het eerste huys van Oostbarendrecht ende staende aende westsijde van den coornmolen aldaer". Dat huis kwam later aan hun zoon Adriaen Joostensz de Pee. Nog in een akte van 19-3-1699 wordt gerefereerd aan dit huis op de grens van Oost-Barendrecht en Heerjansdam als "van outs genaemt het huys van Joost de Pee en latest of nu noch bewoont bij Dirck van der WAel, daer ut hangt het Kooningswape".


Van Den Groten Joost en zijn vrouw Ploentgen zijn 7 kinderen bekend: Adriaen, Cornelia, Elysabet, Jan, Maeyken, Neelken en Claes. Zoon Jan woonde te Kijfhoek en diens zoon Joost woonde op Maasdam. Hun nakomelingen heetten ombeurten Jan of Joost - tot in de 19e eeuw die traditie werd verbroken.

De huidige korenmolen van Heerjansdam, zoals hier rechts weergegeven, dateert uit 1868. 



Bronnen: "De oudere geneaties van het geslacht De Pee uit Heerjansdam" van K.J. Slijkerman in Ons Voorgeslacht No. 600, Mei 2008, Wikipedia en de NGV transcripties van de trouw- en doopboeken van Maasdam.