28 december 2015

Vermits de wech soo quaet is..

Adriaen Henricxsen Back, jongeman van Vrijhoeven., en Aentgen Gerritsdr., jongedochter van Capelle, wonend aan de Hogevaart, gingen op 29-12-1639 in ondertrouw "ten huijse van de bruijt vermits de wech soo quaet is". Zij zijn daarna in Capelle getrouwd op 22-1-1640.

 
Adriaen Henricxsen Back is gedoopt op 10-11-1619 in Capelle (NB) als zoon van  Hendrick Adriaense Back en Jenneken Peters Ockers en is daarmee een kleinzoon van mijn voorouders Peter Jansz Ockers (±1560-1621). Aentgen Gerritsdr. is op 20-4-1616 gedoopt als dochter van mijn voorouders Gerrit Peeters en Thunisken Gerarts Antonissen Smit, wier nakomelingen zich Van der Hoeven gingen noemen.

22 december 2015

3 kinderen van Aart Kooi zakten door het ijs

Hendrik, Leendert en Cornelia, 3 kinderen van Aart Kooij en Dirksje van der Stelt, begaven zich op Nieuwjaarsdag 1868 op het dunne ijs van de Binnenmaas nabij Maasdam. Toen één van de jongens door het ijs viel, schoot zijn broer toe om hem te helpen, maar ook hij zakte door het ijs. Daarna probeerde Cornelia haar broers te redden, maar ook haar overkwam hetzelfde. Alle 3 de kinderen verdronken.

Provinciale Drentsche En Asser Courant, 11-1-1868

7 december 2015

Het gezin van Pancratius Schoonderwoerd (±1801-1861)

Pancratius Schoonderwoerd is geboren omstreeks 1801 in Hekendorp als tweede zoon van Jacobus Schoonderwoerd (±1772-1823) en Maria Boef (1773-1860). Pancratius is vernoemd naar Pancratius Boef, zijn grootvader van moederszijde. Pancratius Schoonderwoerd huurde een boerderij en land in Hekendorp. 
Pancratius trouwde op 4-9-1826 in Snelrewaard met Cornelia van Vliet. Cornelia is geboren omstreeks 1806 in Snelrewaard of Linschoten als dochter van Gerbert van Vliet en Aletta van Dijk (±1775-1817). Cornelia's broer Hendrik (±1807-1882) en zus Marrigje (±1809-1878) trouwden in de jaren daarna respectievelijk met Maria (±1804-1836) en Johannes (1813-1870) Schoonderwoerd, zus en broer van Pancratius. Er lijkt daarom sprake van huwelijkspolitiek. 
Pancratius Schoonderwoerd is overleden op 5-10-1861 in Hekendorp, ongeveer 60 jaar oud. Cornelia van Vliet is overleden op 20-5-1878 in Hoogland bij Amersfoort, ongeveer 72 jaar oud. 


Utrechtsche provinciale en stads-courant, 13-3-1846

23 november 2015

Het noodlottige ongeluk van Jannigje Goud in 1816

In de Rotterdamsche Courant van 28-11-1816 las ik over een noodlottig ongeluk op de Ophaalbrug bij de Sluispoort in Dordrecht op de zaterdagmiddag daarvoor. Een koets reed de brug op, terwijl een vrouw uit 's-Gravendeel op de brug stond. Bij het opzij gaan voor de koets, leunde zij achteruit tegen de leuning van de brug, die terugweek, waarna de vrouw in het water viel. Hoewel zij vrij snel uit het water werd gevist en nog geneeskundige hulp werd geboden, heeft zij geen teken van leven meer gegeven. Zij was weduwe en liet kinderen na, waarvan de jongste nog maar 13 jaar oud was.

Rotterdamsche Courant, 28-11-1816

Na wat zoeken op WieWasWie.nl met het jaar 1816, de plaats 's-Gravendeel en opvolgende beginletters, was het raak bij de G: Jannigje Goud is overleden op 23-11-1816, de zaterdag waarop het noodlottige ongeluk plaats vond.

De brug bij de Sluispoort in Dordrecht
Jannigje Goud werd geboren op 26-3-1766 in Strijen en 4 dagen later gedoopt. Haar ouders waren Teunis Arijsz Goud en Maaijke Cornelisse Molendijk. Zij trouwde met Huibert van Moerkerken uit 's-Gravendeel en ging met hem in 's-Gravendeel wonen. Huibert was een zoon van Hendrik van Moerkerken en Maria van Rossem. Van 's-Gravendeel ontbrekende doopdatum en Huibert's overlijdensdatum kan ik ook niet vinden, maar zijn vrouw was weduwe bij haar overlijden.
 
Huibert van Moerkerken en Jannigje Goud hadden 5 kinderen, die de volwassen leeftijd bereikten en trouwden, wat 1 kind meer is dan genoemd in het krantenartikel. De eerste 4 kinderen werden keurig naar de grootouders vernoemd: Maria, Teunis, Hendrik en Maaike. De jongste dochter Anna is op 5-12-1804 in 's-Gravendeel geboren en was dus ruim een jaar jonger dan gemeld in het krantenartikel.

16 november 2015

Beurtschipper Hendrik Jacob Notebaard verloor een bankbiljet

Beurtschipper Hendrik Jacob Notebaard (40) verloor in 1896 een bankbiljet van ƒ60 uit zijn gebreide beurs.

Nieuwsblad van het Noorden, 5-5-1896 

Hendrik Jacob Notebaard was op 16-11-1855 te Breskens geboren als zoon van Janis Notebaart en Cornelia Ossewaarde (†1866). Kennelijk werd de situatie in bovenstaand bericht wat al te dramatisch voorgesteld, want Hendrik Jacob zou op 29-7-1903 in Rotterdam trouwen met de 49-jarige Leintje Kind, dochter van Pieter Kind en Johanna Louwe en weduwe van Johannes Pieter Blokzeijl. Leintje overleed tijdens de oorlog op 16-3-1943 in Rotterdam, 89 jaar oud. Hendrik Jacob overleed kort daarna op 9-9-1943 in Rotterdam. 

9 november 2015

Grietje Frans Vermeer maakte in 1644 bezwaar tegen Goert Peter's ondertrouw

Goert Peter Michielsen, jongeman, geboren te Helvoirt, ging op 9 november 1644 in Sprang in ondertrouw met Janniken Jans, jongedochter van Capelle, en beiden wonende te Sprang. Het derde gebod voor dit huwelijk werd opgehouden door de dochter van Frants Vermeer te Capelle en vervolgens is de bruid overleden. Het huwelijk ging dus níet door.

Sprang

Mijn voorouder Frans Fransen Vermeer had maar één dochter, Margrietgen. Hij liet haar op 14-10-1618 dopen in Capelle. Zij was degene die bezwaar maakte tegen bovenstaand huwelijk, want Grietien Frans en Goijert Pietersz, wonend te Sprang, hadden op 30-8-1643 in Capelle een dochter Marijtgen laten dopen. Het kwam echter nooit tot een huwelijk tussen Grietje en Goert.

Goert Petersen, nog steeds jongeman, ging op 2 juli 1647 in Sprang in ondertrouw met Peterken Hendricks, weduwe van Hendrick Denessen, en dat huwelijk werd op 11 augustus voltrokken. Griet Frans Vermeerendr. liet op 23-4-1651 in Capelle opnieuw een buitenechtelijk kind dopen, Jacob.

5 november 2015

Met welke Lodewijk Faasen was Wouterina Ridderhof gehuwd?

Mijn voorouders Pieter Faassen (1772-1849) en Cornelia van der Koog (1774-1854) hebben een zoon Lodewijk Faassen, die vernoemd is naar zijn grootvader. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat deze Lodewijk een gelijknamige neef heeft, de zoon van Pieter's broer Johannes Faassen (1776-1837) en diens vrouw Elizabeth Vroege (1774-1844).

Op de website van het Regionaal Archief Dordrecht vond ik een huwelijk tussen Hendrika Wouterijna Ridderhof en Lodewijk Pietersz. Faasen, maar de namen van de kinderen die ik aanvankelijk voor dit echtpaar vond, waaronder een dochter Elisabeth, geboren rond 1822, pasten beter bij Lodewijk Johannesz. Faassen. En die stonden ook weer vermeld bij het overlijden van de Lodewijk Faassen, die gehuwd was met een dochter van Nicolaas Ridderhof.
Verder vond ik 2 zonen genaamd Nicolaas en Nicolaas Lodewijk, die beiden - naar schatting - rond 1825 zijn geboren en dat leek mij vreemd. Het paste allemaal niet goed in elkaar.

Daarom besloot ik mijn onderzoek uit te breiden met de familie Ridderhof. Nicolaas Ridderhof  en Meggelina van Meggelen bleken, behalve een zoon Wouter, 3 dochters te hebben: Hendrika Wouterina, Wouterijna en Cornelia. Vervolgens vond ik ook 2 huwelijken Faasen-Ridderhof. Beide, gelijknamige neven waren getrouwd met 2 zusters met deels dezelfde naam!!

Dordrechtsche Courant, 3-13-1851

Genealogie


30 oktober 2015

Schippersknecht Cornelis Oskam verongelukte op 30-10-1912

De 38-jarige schippersknecht Cornelis Oskam verongelukte op 30 oktober 1912 in Oudshoorn:

De Tijd, 5-11-1912

Cornelis was geboren in Woerden op 27 juli 1874. als zoon van Geurt Oskam (1827-1900) en Harmina Bloemendaal (±1843-1913. Cornelis was getrouwd op 27 augustus 1896 in Waddinxveen met de aldaar geboren, 19-jarige Maria Verzijden, dochter van Jan Verzijden en Margje de Rooij. Maria Verzijden bleef als weduwe achter met 9 kinderen, waaronder Jan (±1899-1943) en Cornelis (1911-1948).

Cornelis was vernoemd naar zijn grootvader van vader's zijde, Cornelis Oskam (±1800-1876), die getrouwd was met (1) Cornelia Geurts van Eck (±1806-1835) en (2) Geertrui Aalberts van Mourik. Cornelis' overgrootouders waren Jan Oskam (±1767-1846) en Anthonia Paauw (±1776-1846), die Teuntje werd genoemd. Antonia's moeder was weer een Teuntje Oskam, gehuwd met Cornelis Paauw. Jan Oskam had een zuster Grietje Oskam (±1801-1884). Grietje trouwde met Jan Jelisse Oskam (±1802-1881) en baarde vervolgens maar liefst 17 kinderen!

20 oktober 2015

Voorouder Arie de Sterke (1796-1892) vocht bij Waterloo

Mijn voorouder Arie de Sterke (1796-1892) blijkt in de Slag bij Waterloo te hebben gevochten!

In 1890 wordt vermeld dat de 93-jarige Arie de Sterke - als één van nog enkele in leven zijnde oud-strijders van Waterloo - ƒ40 ontvangt om de 75e herdenking van de veldslag bij te wonen. Dat het daadwerkelijk mijn voorouder betreft, blijkt uit de vermelding van zijn schoonzoon, Frans Langeweg (1836-1915), die eveneens een voorouder is. 


Dordrechtsche Courant, 15-6-1890

Arie werd op 16-11-1796 in Dordrecht gedoopt als zoon van Pieter de Sterke (1765-1842) en diens eerste vrouw, Adriana Knikman (1766-1804). Reeds in 1810 trad de nauwelijks 14-jarige Arie in dienst bij een instructie-compagnie. In 1812 nam hij deel aan de beruchte veldtocht naar Rusland, waarbij Napoleon zijn soldaten in de steek liet. Arie legde de terugweg van Smolensk naar Dordrecht op eigen gelegenheid te voet af. In 1815 nam hij - in dienst van het Nederlandse leger - deel aan de veldslagen bij Quatre-Bras en Waterloo, waar hij onderdeel uitmaakte van het bataljon infanterie nationale militie no. 9.

De terugtocht uit Rusland was vol ontberingen

Dordrechtsche Courant, 18-6-1890

Arie de Sterke trouwde op 6-4-1825 in Dordrecht met Hendrika Pieters Faassen en erkende bij het huwelijk een zoon Pieter, die 10 maanden eerder was geboren. Vervolgens werden er 8 kinderen uit het huwelijk geboren. Vijf zonen en één dochter bereikten de volwassen leeftijd.
Arie de Sterke en 42 andere rechthebbenden kregen op 24-7-1865 het Zilveren Herdenkingskruis 1813-1815 opgespeld door jhr. F.W.A. Beelaerts van Blokland. Arie heeft tot op hoge leeftijd een goede gezondheid gehad; hij maakte nog dagelijks een wandeling en ook was hij nog in het volle bezit van zijn verstand. Hij is overleden op 8-8-1892, 95 jaar oud. Hij werd begraven op de 11e.

Opregte Steenwijker Courant, 15-8-1892

You can also read this story in English:                  
Arie de Sterke (1796-1892), my hero ancestor

16 oktober 2015

Joost Jooste Zijderveld (1874-1956)

Al geruime tijd had ik het vermoeden dat Joost Jooste Zijderveld, zoon van mijn voorouder Joost Willemse Zijderveld (1794-1859), na het overlijden in 1938 van Barbara van Golen, de moeder van zijn kinderen, was hertrouwd met Adriaantje Schoute, weduwe van Dirk Looij. Ik kon daar aanvankelijk echter géén bewijs voor vinden.
Zoeken in de Dordrechtse Courant op de website van het regionaal archief van Dordrecht leverde een ondertrouw in juli 1940 op: "Joost Zijderveld, oud 65 j., wonende te H. I. Ambacht en Adriaantje Schoute, oud 68 jaar, zonder beroep, wonende te H.I. Ambacht, onlangs te Rotterdam". Daaruit blijkt dat de leeftijden van Joost en Adriaantje ongeveer overeen komen met de weduwnaar van Barbara van Golen en de weduwe van Dirk Looij. Omdat er staat vermeld dat Adriaantje onlangs te Rotterdam had gewoond, besloot ik daar ook eens te zoeken. Daar vond ik eindelijk de overlijdensdatum van Joost Zijderveld met daarbij vermeld zijn beide ouders en zijn beide echtgenotes.

Hendrik-Ido-Ambacht

9 oktober 2015

Haere kijnderen die Heer Jan, priester, bij haer verweckt heeft..

Loon op Zand, d.d. 9-10-1545:

Aert Geldenssoon ende Joost Zijmonsse hebben wettelijck ende erffelijck gesamenderhant verkocht Marike  Jansdochter,  ter  tochten  ende  haere  kijnderen die  Heer  Jan  (Willem  Glavimans),  priester,  bij haer verweckt heeft, een erffenisse metter timmeringe daerop staende in zijnder grooten als dat daer gelegen is in die prochie van Venloon opten Horst,  metten eendere zijde ende metten zuijden eijnde oostwaerts  neffen  erffenisse  Willem  Gilissen,  metter  wester  zijde  neffen  Matheus  Aertssoon  ende metten noorden eijnde aen Aertden voors. Noch hiertoe eene acker landts oock aldaer gelegen metter ooster zijde ende metten wester zijde neffen Joosten Zijmonsse voors. streckende van den vaertcant aen  Jan  Gilissen.  Noch  hiertoe  een  heijvelt  oock  aldaer  gelegen  acht  loopenzaet  groot  ofte daeromtrent,  streckende  van  den  dwarswech  totten  coelen  hoeff  toe,  de  oosten  zijde  aen  Joosten voors.  de  westen  zijde  neffen  Matheus  Aertsoon,  alzoo  zij  zeijden.  Welcke  erffenisse  metten timmeringe  voors.  Aert  ende  Joost  voors.  gekocht  hebben  tegen  Aert  Gilissen  met meer  erffenisse gelijck dat in eene schepenbrief van Venloon daeropgemaeckt, volcomentlijcker begrepen is. Ende hebben  het  hem  opgedragen  ende  overgegeven  metten  brieven  met  afgaen  ende  vertijen  alzoo gewoonlijck  ende  recht  is.  Gelovende  Aert  ende  Joost  voors.  als  principaele  schuldenaers  etc.  te waren ende allen commer af te doen. Dies zal Marikevoors. hier jaerlijcks ende erffelijck uit vergelden ½ bl. in sheeren van Loons chijns ende ses loopen roggen erfpachts den clooster van Waelwijck ende Heijlen, Claes Gerits weduwe, 1 ½ carolus gulden losrenten ende den heijlige geest van Loon 25 st. losrenten  ende  noch  vier  gld.  losrenten  Dingen  Willem  Monicx  dochter.  Testes,  Peter  Gijben  ende Bartolomeus Jansse.
Actum den 9e october 1545.
 
Het kasteel van Loon op Zand
 

6 oktober 2015

Christiaan Veldhoen werd in 1907 gegrepen door een dorsmachine

Op 6-10-1907 vond in Cillaarshoek een ernstig ongeluk plaats. De 32-jarige Christiaan Veldhoen uit Westmaas was bezig een gemotoriseerde dorsmachine te smeren, toen zijn kleren werden gegrepen. Hij raakte zo beklemd en werd rondgedraaid. Met wonden aan zijn borst, lies en beide onderbenen werd hij per stoomtram naar het ziekenhuis in Rotterdam vervoerd.

Rotterdamsch Nieuwwsblad, 7-10-1907

Christiaan Velthoen was geboren op 18-6-1875 in Westmaas als zoon van Jan Veldhoen (1854-1884) en Neeltje Notenboom, die op 28-8-1874 aldaar waren getrouwd. Dit paar had ook nog een zoon Koenraad Veldhoen (1881-1950).

Cillaarshoek
Op 15-2-1900 in Mijnsheerenland trouwde Christiaan met zijn 1ste vrouw, de 10-jaar-oudere Janna van Ree (1865-1903). Reeds op 9-9-1900 in Westmaas kregen zij een dochter Pieternella Neeltje Veldhoen, die in 1923 zou trouwen met Marinus Monster. Janna overleed reeds op 2-1-1903. Christiaan was dus weduwnaar op het moment dat hij bovenstaand ongeluk kreeg.

Christiaan hertrouwde op 6-5-1910 in Maasdam met Suzanna de Ruiter (1869-1939), die 6 jaar ouder was dan hij. Susanna overleed op 19-8-1939 in Bergen op Zoom, waarna haar huwelijk ook werd aangegeven te Zuid-Beijerland. Christiaan is naar alle waarschijnlijkheid pas op 15-10-1954 in Dordrecht overleden.


 
 

1 oktober 2015

Het uiterlijk van Bastiaan van der Wilt (1772-1837) uit IJsselmonde

In de Franse Tijd werden door het Ministerie Van Oorlog in de Koninklijke Courant uitgebreide beschrijvingen geplaatst van deserteurs. Eén daarvan was de 29-jarige kurassier Bastiaan van der Wilt. Zijn lengte was 5 voet en 8 3/4 duim. Bruin waren zijn haar, ogen en wenkbrauwen. Bastiaan had een spitse neus en onopvallende mond, een ronde kin en een gladde huid. Op 27-5-1810 is Bastiaan gedeserteerd uit het 2de regiment kurassiers.

Koninklijke Courant, 25-6-1810

Bastiaan werd op 27-12-1772 geboren als zoon van Bastiaan sr. en Cornelia Sparreboom. Hij werd in IJsselmonde gedoopt op 3-1-1173 met als getuigen Leena Kleine en Neeltje van der Wilt. Bastiaan's ouders waren op 13-5-1766 in IJsselmonde in ondertrouw gegaan. Bastiaan sr. was meerderjarig en afkomstig uit Barendrecht. Cornelia Sparreboom was nog minderjarig en afkomstig uit Oost-IJsselmonde. Het paar trouwde op 5-6-1768 in Ridderkerk, waar Cornelia toen woonde. Het paar had in de herfst van 1770 al een zoontje gekregen, maar dat was als baby gestorven. Bastiaan kreeg nog een aantal jongere broertjes en zusjes, waarna Cornelia Sparreboom, huisvrouw van Bastiaan van der Wilt, op 8-8-1789 in IJsselmonde werd begraven. Bastiaan sr. werd begraven op 11-3-1790 in IJsselmonde.

Bastiaan van der Wilt was op 23-10-1802 in IJsselmonde getrouwd met Neeltje de Jong, jongedochter uit Rijsoort, wonend in IJsselmonde. Het paar kreeg enkele kinderen. Bastiaan van der Wilt overleed uiteindelijk op 23-12-1837 in IJsselmonde.

21 september 2015

In 1857 werd ingebroken bij Gerrit Beltman

Een tak van de familie Beltman woonde in de 19e eeuw in Ane bij Gramsbergen in het noordoosten van Overijssel. Zij waren landbouwers. Gerrit Beltman, zoon van Albert Beltman en Jannegien Westerman, trouwde op 19-6-1828 in Gramsbergen met de 8-jaar-jongere Janna Valkman (±1806-1894)Zij hadden een dochter Jannegien en zonen Albert en Hermannus. 

In de nacht van 21 op 22  september 1857 werd er ingebroken in hun woning. De volgende items werden gestolen: 1 jas, 6 hemden, vlas, koffiebonen en een pot met honing. 

Provinciale Drentsche en Asser courant, 26-9-1857

Gerrit Beltman overleed op 18-8-1876 in Ane bij Gramsbergen. Kort na Gerrit's overlijden werd zijn gelijknamige kleinzoon geboren als zoon van Hermannus Beltman. 

18 september 2015

Gijsbert Bos en Wantje Sukkel in Veenendaal

De achternaam Bos staat in de top 15 van meest voorkomende namen in Nederland. De meeste mensen die Bos heten zijn dan ook helemaal geen familie van mij. Ook de familie Bos in deze blog post is niet verwant. Mijn aandacht werd in dit geval getrokken door de familienaam Sukkel.

Gijsbert Bos is gedoopt op 18-9-1768 in Veenendaal als zoon van Jan Morre Bos en diens eerste vrouw Fransje Japikse van der Haar. Gijsbert trouwde op 20-1-1793 in Renswoude met Wantje Sukkel. Wantje is gedoopt op 6-12-1767 in Veenendaal als dochter van Evert Hendrikse Sukkel en Aeldje Aelten.

Op 17-12-1810 zette Jan Morre Bos nog zijn handtekening.
Hij was in 1803 hertrouwd met Willemijntje Boonzaaijer.

Kinderen uit dit huwelijk:
I. Jan Gijsberts Bos, gedoopt op 28-4-1793 in Veenendaal. Jan is overleden op 5-5-1877 in Ede. Hij was landbouwer. Jan is pas op 1-5-1858 getrouwd met de 45-jarige Gerritje Zandsteeg, dochter van Aart Zandsteeg en Geertje Haalboom.
II. Mor Gijsberts Bos, gedoopt op 12-3-1797 in Renswoude. Mor is overleden op 18-3-1855 in Ede. Mor trouwde op 17-10-1835 in Ede  met Arisje Maassen van ’t Schut. Arisje is geboren op 30-8-1798 in Veldhuizen. Arisje is overleden op 01-06-1856 in Ede.
III. Aalt Bos, gedoopt op 10-3-1799 in Veenendaal. Aalt is aldaar overleden op 1-6-1865. Aalt trouwde aldaar op 22-11-1823 met Maria van Egdom, geboren op 10-5-1801 in Veenendaal. Maria is aldaar overleden op 16-4-1863. Kinderen: Gerritje, Gijsbert, Kornelis, Weintje en Willemijntje (1840-1917).
IV. Fransje Bos, gedoopt op 13-12-1801 in Veenendaal. Fransje trouwde op 29-11-1834 in Ede met de arbeider Cornelis Hijnekamp, zoon van tabakker Gijs Hijnekamp en Carolina Heijkamp.
V. Aaltje Gijsberts Bos, gedoopt op 7-10-1804 in Rhenen.
VI. Aart Gijsberts Bos, gedoopt op 20-3-1808 in Rhenen.

Gijsbert  Bos is overleden op 10-9-1832 in Ede. Wantje Sukkel is aldaar overleden op 13-1-1839. 

14 september 2015

"Dog nog gelukkig Verlost van een voldraagen Doode Zoon"

De Amsterdammer Jan van Nulck (1766-1834) noteerde:  
Amsterdam, Zuyderkerk

"Op Maandag 14 September 1807, des Savonds Ca. 7 Uuren, is mijn Huysvrouw Antje Plokker na Een Swaare Arbeid dog nog gelukkig Verlost van een voldraagen Doode Zoon, Welke op Donderdag namiddag tusschen 12 & half Een Uuren is bijgeset of begraven in de Zuyder Kerk."

Jan van Nulck was op 2-8-1801 in Sloterdijk getrouwd met Antje Plokker (1779-1857), dochter van Dirk Cornelis Plokker (1741-1824) en Elisabeth Plokker (1745-1827). Behalve het bovenbeschreven doodgeboren kind, hadden zij nog 5 kinderen.

Bron:   Familieaantekeningen "Van Nulck" door B. Noordbeek in Gens Nostra 1963 en 1964.

27 augustus 2015

Matroos Cent Geerense Bosman (†1781)

"Cent Geerense Bosman uit Strien" trad op 27-8-1780 als matroos in dienst bij de V.O.C. voor de kamer van Zeeland op het schip "Slot ter Hoge", dat in 1776 in dienst was genomen. Dit zeilschip had een lengte van 150 voet en een laadvermogen van 575 last (1150 ton). De uitvaart was op bovengenoemde datum vanaf Fort Rammekens aan de Westerschelde op enkele kilometers ten oosten van Vlissingen. Lambert Arnout Halfman had als schipper de leiding over het schip. 

Het VOC-schip 'Slot ter Hoge' bij de Rede van Rammekens. 

De nieuw aan boord gekomen manschappen moesten zich bij vertrek een plaats aan boord zoeken en daarbij ging het er weinig zachtzinnig aan toe. Tierende en vloekende dekofficieren deelden met kwistige hand of een stuk touw "kwartiermeestersvermaningen" uit. Kisten werden 's nachts open gebroken. Een broek, kousen of schoenen konden tijdens de slaap 'verdwijnen'. En "door versuijm van sich te reynigen raaken ook veele besmet met ongediertens", schreef in 1729 Roelof de Witt, oppermeester van het schip de "Cornelia".

Een verre en lange reis, waarbij een schip meerdere maanden achtereen op zee bleef, bracht bijzondere gevaren mee voor de gezondheid van de bemanning. Een schip dat in augustus vertrok kon gebruik maken van oostenwinden om snel door het Kanaal te varen. Echter, rond de evenaar kon windstilte de reis enorm vertragen, waardoor een reis meer dan 30 weken kon duren. De "Slot ter Hoge" deed er maar 18 weken over om bij de Kaap aan te komen. 

11 augustus 2015

Dirck Kors Pietersz van Cillaarshoek in 1550

Dirck Kors Pietersz. van Cillaarshoek transporteert op 11-8-1550 aan Thonis Jacobsz., de echtgenoot van zijn zuster, zekere 2 hond land in Westmaas-Nieuwland op de grond van Mijnsheerenland, welke 2 hond land Dirck Kors Pietersz. aangekaveld zijn bij het overlijden van zijn moeder. 
Verder transporteert Dirck Kors Pietersz. aan zijn broeder Pieter Kors Pietersz. zekere 1½ hond land in het Oudeland van Moerkercken in een stuk land ter grootte van 2 morgen en 1 hond, hem eveneens aangekomen bij dode van zijn moeder. 
Dirck Kors Pietersz. transporteert aan zijn zwager Adriaen Pietersz. zekere 1½ hond land in het Oudeland van Moerkercken  in een stuk land ter grootte van 3½ morgen en 1½ hond, hem op dezelfde wijze aangekomen. 

Cillaarshoek
Op 20-3-1552 is er nog een inschrijving waarbij Dirck Kors Pietersz. uit Cillaarshoek land verkoopt in het Westmaas-Nieuwland in de kavel van het convent van Vredendaal, hem aangekomen bij het overlijden van zijn moeder Trijtge, wijlen huisvrouw van Kors Pietersz. 
Dirck Kors Pietersz. van Cillaarshoek koopt op 11-2-1556 van zijn vader Kors Pietersz. voor 100 pond groten Vlaams [geld] een huis, berg en keten met teling en gereedschap. Kors Pietersz. blijft in het bezit van de beste wagen en een kamer.

Hiermee kan de volgende stamboom worden samengesteld: 

  Kors Pietersz. 
x
Trijtge
|
+-----------------------+-----------------------+
Dirck Kors Pietersz     NN. Kors Pietersdr.   Pieter Kors Pietersz 
x
Thonis Jacobsz

Met dank aan L. Helms v. Eis.



1 augustus 2015

Jannichgen Gerrits is door de pokken en de pest misvormd

Everdingen, 1-8-1636:  

Omdat Jannichgen Gerrits, de jongste dochter van Lijsken Gerrits, door de pokken en de pest
misvormd is en daardoor voorn. Lijsken Gerritsz en haar man meer armoede te verwachten valt,
schenkt comparante het kind een prelegaat, groot 400 gl., uit de gemene boedel.
 
 

22 juli 2015

Maria van de Velde's lijk en graf uit 1721


  Transcriptie grafschrift op het eiland Onrust          
De Nederlandsche Leeuw, 1913
De grafsteen op het eiland Onrust
www.imexbo.nl


Het eiland Onrust voor de kust van Jakarta in Indonesië
wikimedia.org (Abraham Storck, 1699)


8 juli 2015

Het korte 2de huwelijk van Adrianus Paans (1836-1912)

Op 29-11-1860 in Amsterdam trouwde timmerman Adrianus Paans met Wilhelmina Hendrika Dekker:

Nieuw Amsterdamsch Handels- En Effectenblad, 20-11-1860

Adrianus Paans was nog maar kort daarvoor weduwnaar geworden van Adriana Schendelaar met wie hij op 21-12-1859 in Amsterdam was getrouwd. Hij is geboren op 4-1-1836 in Amsterdam als zoon van Johannes Paans uit Sprang-Capelle en diens vrouw, Aaltje van den Berg.

Wilhelmina Hendrika Denker is geboren op 4-3-1833 in Amsterdam als dochter van Hendrik Wilhelm Denker en Jannetje Emmerseel. Zij beviel aldaar op 25-11-1861 van een zoon Hendrik Wilhelm Adrianus Paans, die de volwassen leeftijd zou bereiken en zou trouwen. Wilhelmina, echter, overleed in juni 1862 na "een langdurig en smartelijk lijden", zoals haar bedroefde weduwnaar meldde:

Algemeen Handelsblad, 27-6-1862 

2 juli 2015

Grietje en Arie Valk uit De Mijl werden onder curatele gesteld

Arie Robbertsz Valk (1759-1834) en Pietje Jacobs de Bruijn (1764-1841) trouwden op 3-6-1787 in Dubbeldam en lieten aldaar 9 kinderen dopen in de periode 1788-1808. Arie en Pietje waren neef en nicht: Arie's vader, Robert Ariensen Valk (1723-1801), en Pietje's moeder, Hendriksje Arise Valk, waren broer en zus, beiden kinderen van mijn voorouder Arie Robbertsz Valk (1692-1762) sr.

Dit huwelijk tussen neef en nicht was kennelijk niet goed voor de genen, want hun dochter Grietje, gedoopt op 27-10-1793 in Dubbeldam, en hun zoon Arie, gedoopt op 25-10-1801 en geboren op de 16e, worden als doofstom omschreven. Van hun broers en zusters overleed Jacob op 20-jarige leeftijd en trouwden Johanna, Hendriksje, Adrianus en Cornelis in de periode 1812-1832. Ondertussen verhuisden Grietje en Arie met hun ouders naar het nabij gelegend De Mijl.

Nederlandsche Staatscourant, 5-7-1842

Pietje Jacobs de Bruijn werd in 1834 weduwe en overleed zelf op 31-8-1841 in De Mijl. Op 2-7-1842 werden haar doofstomme kinderen Grietje en Arie onder curatele gesteld wegens "onnoozelheid". Hun broer Gerrit Valk (1805-1869) werd tot hun curator aangesteld. Bij het waterschap van de polder Wieldrecht heeft Carla van der Waal nog een uitgifte in erfpacht gevonden van een perceel land aan Arij en Grietje Valk, beiden doofstom, in tegenwoordigheid van hun curator Gerrit Valk.

Arie Valk overleed op 21-1-1869 in Dubbeldam. Gerrit volgde op 19 december. Grietje is waarschijnlijk overleden op 25-9-1859 in Dubbeldam, 66 jaar oud.

25 juni 2015

Wie zijn de voorouders van Jacobus Vos en Johanna de Rooij?!

Pieternella Vos, een voorouder van mij, werd op 20-12-1778 in Capelle (NB) gedoopt als dochter van Pieternella, dochter van Jacobus Vos en Johanna de Roy. Jacobus Vos, j.m., geboren te 's-Grevelduin-Capelle, won. te Vrijhoeven, en Johanna de Rooij, j.d., geb. te Loon op Zand, won. te Capelle, trouwden op 17-5-1778 in Capelle.

Pieternella Vos trouwde op 9-2-1800 in ’s-Grevelduin-Capelle met Pieter Branderhorst (1777-1852). Ze betaalden voor hun huwelijk ƒ12,- aan impost. Ze kregen negen kinderen: Cornelis, Johanna (2x), Maria, Jacoba (2x), Willem, Jacobus en Pieternella. Vier van hun kinderen bereikten de volwassen leeftijd. De jongste, Pieternella Rosenbrand (1822-1887) trouwde in 1852 met weduwnaar Gerrit de Rooij (1822-1882). Haar oudere zuster Maria Rosenbrand (1808-1882) is mijn voorouder via haar huwelijk met Adriaan de Jong (1804-1857), waar mijn moeder in mannelijke lijn vanaf stamt.

Pieternella overleed op 18-3-1847 in Capelle en wordt ook dan omschreven als dochter van Jacobus Vos en Johanna de Rooij.

Bovenstaande zijn alle vermeldingen van Jacobus Vos en Johanna de Roy/Rooij. Er is verder geen spoor van dit paar te vinden. In het Engels noemen ze dat een "Brick Wall", een stenen muur, waar je onderzoek doodloopt.

17 juni 2015

Roeland in 't Veld (1819-94) uit Westmaas had vlagen van razernij

Roeland in 't Veld werd geboren op 25-6-1819 in Westmaas als oudste zoon van Simon in 't Veld (1787-1833) en Neeltje Everdingen (±1785-1872). Daarmee is hij - net als ik - een nakomeling van Dirk Aertse in 't Veld uit Cillaarshoek. Roeland's grootouders zijn Hendrik Jansz. in 't Veld en Geertrui Jacobs de Quartel en daarmee is hij ook een nakomeling van Dirck Cornelisz Quartel

Roeland's enige broertje Hendrik is jong overleden. Zijn zusters waren Geertrui (1812-1832), Adriaantje (1814-1886), Maria (1816-1882) en Jannigje (1824-1850).

Op 9-6-1856 werd Roeland onder curatele gesteld vanwege krankzinnigheid met vlagen van razernij. Hij is overleden in Dordrecht op 1-4-1894.

Nederlandsche Staats Courant, 19-6-1856

7 juni 2015

Caatje van Polanen werd in 1736 verbannen wegens overspel

Vaandoekwerker Frans van der Linden en Catrina ("Caatje") van Polanen gingen op 3-1-1755 in Leiden in ondertrouw. Frans had als getuige zijn vader Jacobus mee gebracht. De familie Van der Linden woonde in de Ruijme Concientiestraat. Caatje had als getuige haar moeder meegenomen, Susanna Hoornvelt/Hoorensvelt, wonende in de Bolwerkstraat.

Willemijntje van der Linden werd gedoopt op 10-12-1755 in Leiden

Frans van der Linden en Caatje van Polanen lieten in Leiden de volgende kinderen dopen:
  • Willemijntje, gedoopt op 10-12-1755 in de Pieterskerk met als getuige Jacobus van der Linden, waarschijnlijk jong overleden,
  • Frans, gedoopt op 24-7-1757 in de Hooglandsche kerk met als getuige zijn grootmoeder Susanna van Hoornvelt,
  • Willemijntje, gedoopt op 11-5-1760 in de Hooglandsche kerk met als getuigen Johannes van der Linden en Johanna Korenhof,
  • Feijtje, gedoopt op 21-2-1764 in de Hooglandsche kerk met als getuigen Pieter de Bruijn en Feijtje Delfos.

Op 25-2-1767 in de Pieterskerk in Leiden waren Frans van der Linden en Catie van Polanen nog getuige bij de doop van Frans, zoon van Abraham Dieneth en Anna Clement. Op 23 juli van datzelfde jaar was er in Leiden sprake van een verzoek tot echtscheiding tussen Frans van der Linden en Caatje van Polanen. Op 7-6-1768 werd de 32-jarige spinster Catharina van Polanen, gehuwd met Frans van der Linden, veroordeeld tot 50 jaar verbanning uit Holland en West-Friesland wegens overspel met Paulus Pikaar en Isaac Paradijs.

31 mei 2015

Het rampjaar 1315

Vanaf mei 1315 bleef het ca. 10 maanden vrijwel ononderbroken regenen, terwijl de temperatuur laag bleef. Daardoor kon het graan op de akkers niet rijpen. Door het natte weer kon ook geen zout worden gewonnen, waardoor vlees niet kon worden gepekeld om het langer goed te houden. 
Ook in het voorjaar van 1316 bleef het doorgaan met regenen. Een grote hongersnood volgde, die in grote delen van Noordwest-Europa meer dan 2 jaar aanhield. Het hoogtepunt van de hongersnood kwam in 1317, toen ook in de lente van dat jaar het natte weer aanhield. 

Ziektes als longontsteking, bronchitis, tyfus en tuberculose sloegen toe. Gewone mensen schuwden geen enkel middel om aan een beetje voedsel te komen. De nood was zo hoog, dat in oude kronieken zelfs over kannibalisme en kindermoord werd geschreven. Mogelijk zou 10-15% van de bevolking zijn overleden.


28 mei 2015

De verdwenen koe

Jenneke Embregtsz, weduwe van Claas Jansz van Dongen, wonende in 't Moer, legt op 23-5-1738 in Loon op Zand - op verzoek van Dingeman Jan Dingemans - een verklaring af. Zij heeft haar verdwenen koe teruggevonden bij Pieternel Paans, weduwe van Jan, genaamd de Messenmaker, in Oosterhout.
Uit het Rechterlijk Archief Loon op Zand 1736-38 (R94).

Voor genealogische gegevens van bovengenoemde Pieternel Paans (1676-1739), weduwe van Jan van der Sloot, zie: http://www.vanhengel.net/JanArie/Genealogie/Paans/paans.htm#p927.

20 mei 2015

Catharina Paans (1752-1821) werd verlaten door haar 2de man

Catharina Paans was een dochter van Magdalena Proper (1724-96) uit Rotterdam en haar tweede echtgenoot, Adrianus Paans, uit de Langstraat in Brabant. Zij werd op 20-2-1724 in Rotterdam gedoopt. Getuigen bij Catharina's doop waren Margarieta en Lijsbeth Gildeklack, familie van haar moeder's moeder.
Catharina trouwde in Rotterdam op 7-5-1785 met Johannes Barend Wesseling, een jongeman uit 't Graafschap Tekelenburg in Duitsland, wonend aan de Schuddevissteeg in Rotterdam.

Tecklenburg

Johannes Barend Wesseling en Catharina Paans lieten 4 kinderen dopen in de periode 1786-91 voor hij op 25-1-1794 overleed en 4 dagen later in Rotterdam werd begraven. Binnen 13 maanden na zijn dood waren ook hun jongste 2 kinderen overleden.
Catharina Paans hertrouwde op 4-11-1794 in Rotterdam met Jan Kleijbeuker, weduwnaar van Neeltje Metje van Alfen, die op 5 augustus van datzelfde jaar was overleden. Jan was op 11-5-1756 in Rotterdam gedoopt als zoon van Jan sr. (†1799) en Willemijntje Fris (†1784).

Rotterdamsche Courant, 22-9-1804

In de herfst van 1804 werd een oproep geplaatst in de Rotterdamsche Courant om Jan Kleijbeuker op te sporen, want hij was verdwenen en Catharina wilde scheiden. Vervolgens werd de echtscheiding uitgesproken.

Catharina's zoon Johannes Hermanus Wesseling (1786-1860) trouwde in 1817 met Anna Pijnacker (1786-1863) en zij kregen kinderen, waaronder in 1820 een dochter Dirkje, die de volwassen leeftijd zou bereiken. Catharina Paans overleed op 7-10-1821 in Rotterdam.

12 mei 2015

Runderpest in de 18e eeuw

Door de import van vee uit Duitsland en Denemarken kwam ook de runderpest naar Nederland. In de periode 1713-1720 stierven duizenden koeien aan de pest. De dode dieren werden eerst vaak in de sloten gegooid, wat de epidemie alleen maar verergerde. De overheid verordonneerde daarom dat de dode dieren begraven moesten worden. Ver van de boerderij werden de dieren begraven  in door sloten omgeven stukjes land. Later werden deze met bomen beplant. Zo ontstonden de pestbosjes die nu nog hier en daar herkenbaar zijn in het open land. Op 31 julij 1714 publiceerden de gedeputeerden van de Staten 's lands van Utrecht een verbod voor den invoer van rundvee uit Friesland. 


   
Ter vergaderinge den 13 May 1740 hebben de Gedeputeerde Staten van stadt Groningen ende Ommelanden doen te weeten: "Hoe ons dagelijks meer en meer koomt te geblijken, dat in dese ongelukkige tijden verscheide beesten komen te sterven, welke onbegraven op de landen en wegen en en elders blijven leggen, waar uit quaden stank ja grotere onheilen van infectie en verder verderf zoude konnen voortkomen."  
In 1744 was er in Groningen opnieuw sprak van "aanwysinge der teekenen van de vreemde en quaadtaardige siekte onder het rundvee, met eenige remedien daar tegen uit Brabant en Holland overgesonden." In 1745 hebben de Staten van stadt Groningen en Ommelanden doen te weeten: "Hoe wy op onze jongste staatse vergaderinge van den 27 deser onse deliberatien daar heen hebben laten gaan wat præcautien dienden te werden genomen, omtrent den uit en invoer van beesten en van schapen by deze continuerende calamiteuse sterfte onder het runtvee."

Bronnen: Epidemieën en plagen in Nederland 1500-2000 en Venster Op De Venen.

8 mei 2015

Jan Gherit Brocken, misdadiger

In de Algemene Protocollen van het Rechterlijk Archief van Tilburg, bewerkt door Jan Trommelen, is de volgende passage te vinden over Jan Gherit Brocken, die waarschijnlijk een broer is van mijn voorouder Joost Gerit Jans Brock.

Op 8-5-1562  werd Jan Gherit Brocken genoemd als een misdadiger, die verantwoordelijk was voor de neerslag van Jan Handricus Brabans, overledene. De misdadiger zal schuldig en gehouden zijn te laten doen tot lafenis van de ziel zaliger gedachtenis 100 kloostergewinnen. Nog daarenboven een waskaars van een pond in de kerk van Tilborch voor dat eerwaardig heilig Sacrament. Nog daarenboven te beginnen een bedevaart naar dat Heijlich Bloet te Boextel met een kaars van een pond en nog een bedevaart naar Sint Adriaens - en die te beginnen binnen een jaar als de mindadiger zijn vrijlating door de Heer zal hebben. Nog daarenboven zal hij gehouden zijn de vrienden een ootmoed op te leggen en te betalen de somma van 70 zoenguldens, die de ene helft nu terstond binnen 8 of 14 dagen en de andere helft met Sint Jacobsmis nu aanstaande voldaan moet zijn. 

28 april 2015

Lidewij in't Veld had "de zonden van overspel" begaan

De kerk van Goudswaard
In 1743 bekende Lidewij in't Veld, echtgenote van Dirk Maertense van Es, dat zij verscheidene malen "de zonden van overspel, soo met getrouwde als ongetrouwde personen" had begaan. 
Lidewij was gedoopt op 8-2-1700 in Goudswaard in de Hoeksche Waard als dochter van Cornelis Simons in 't Veld en Hester Opperel.
Zij was gehuwd met Dirk Maertense van Es. Hij is gedoopt op 31-12-1690 in Nieuwe Tonge als zoon van Maerten Jansz van Esch en diens eerste vrouw Jacomina Cornelisse Hondertjaer, die op Goeree-Overflakkee woonden. Maerten is op 13-6-1706 in Dirksland hertrouwd met Pieternella Frans, weduwe van Cornelis Willemsz Trommel.


Dirk van Es en Lidewij in't Velt lieten in Middelharnis de volgende kinderen dopen:
  1. Cornelis op 9-9-1724 met get. Cornelis Maartense van Es & Maatje Maartense van Es;
  2. Abram op 6-10-1727 met get. Francijntje Andries;
  3. Jacomeintie op 12-12-1736 met get. Adriaantie Janze Berkhof.
Doopinschrijving van dochter Jacomeintie op 12-12-1736 in Middelharnis.
Bron: Jan Both, Criminaliteit en rechtspraak in de hoge heerlijkheid Middelharnis 1621-1811, Cor Coene Genealogie Site, 17e Eeuwse Dopen in Middelharnis van Leo Akershoek, Families of South-Holland CD-Rom, FamilySearch.

18 april 2015

Naar het tuchthuis voor "Oranje Boven" roepen

Een dag nadat erfstadhouder Willem V naar Engeland was gevlucht werd op 19-1-1795 de Bataafse Republiek uitgeroepen, die eindigde met een grondwetswijziging in 1801. Tijdens deze periode was het strafbaar om "Oranje Boven" te roepen.
Een 71-jarige vrouw die dat toch had gedaan op zaterdag 18-4-1795 werd een uur op een schavot te pronk gezet met roeden om haar hals en bordjes op haar borst en rug, waarop met grote letters de tekst "Rustverstoorster" stond. Vervolgens is de bejaarde vrouw voor 12 jaar naar het tuchthuis gestuurd.

Groninger Courant, 24-4-1795

13 april 2015

Jean en Jacques Wolters, 19e eeuwse witte boorden criminelen

Jean Wolters (1810-1889) en zijn jongere broer Jacques Wolters (1823-1885) waren respectabele bankiers in Venlo ... tot de zaken misliepen.

Jean en Jacques waren zonen van Louis Wolters (1787-1859), koopman en bankier, en Anne Ursula van Esch (1786-1856). Jacques Wolters had ook de firma C. De Gruijter - na de dood van zijn schoonvader - voortgezet. Wethouder P. Sander te Venlo sprak als getuige voor de rechtbank met lof over de levenswijze van de beklaagden, over de grote werkzaamheid van Jean Wolters en kon volstrekt geen verkwisting constateren, maar gaf aan dat voor het grote huishouden van Jacques wel veel geld kostte.

In de periode 1883-1884 werden rechtzaken gevoerd tegen de broers Jean en Jacques Wolters wegens:
1.  bankbreuk; door het ten eigen bate aanwenden van gelden of geldswaardige papieren, die hun in bewaring waren gegeven, en door het vervalsen van de boekhouding,
2. het ten eigen bate aanwenden van stukken, behoorende aan een instelling,
3. Jean, als penningmeester van een gemeentelijke instelling van waldadigheid, het verduisteren van gelden boven de f. 4000.
De stichting betrof de Heutz stichting.

De Tijd, 2-7-1883

De beide broers werden bij vonnis der Rechtbank te Roermond failliet verklaard en opgesloten. Voor het gerechtshof te 's-Hertogenbosch in de zomer van 1883 werden 27 getuigen gedagvaard. Belangrijk waren de verklaringen van de curators in het faillissement. De broers waren ver achter met de boekhouding, waardoor het moeilijk zowel onmogelijk was de balans van de jaren 1865-1878 op te maken. Er was een tekort op de balans van 1½ miljoen gulden. De beide broers werden veroordeeld tot celstraffen van resp. 2 en 1 jaar en ook geldboetes.

Begin 1884 volgde het hoger beroep bij het gerechtshof in Arnhem, waarbij de advocaat-generaal 8 resp. 7 jaar tuchthuisstraf en opnieuw geldboetes eiste.

De Tijd, 28-1-1884

Jean Wolters werd door de Rechtbank in Arnhem veroordeeld tot 6 jaar tuchthuisstraf in het tuchthuis te Leeuwarden. Jacques werd tot 4 jaar "correctioneele" gevangenisstraf veroordeeld. Ook kregen zij geldboetes opgelegd. Beiden dienden een verzoek tot gratie in, maar in beide gevallen werd dit afgewezen en dus moesten de broers de tuchthuisstraf ondergaan.