31 augustus 2017

Albertus Clappercluijs, een gesepareert man, hertrouwde in 1714 in Leiden

Op 8-12-1714 in Leiden vond het huwelijk plaats van Albertus Clappercluijs, wonend in de Sandstraat in Leiden, gesepareerd man van Jannetje van Rees, en Catharina Bartels Molenaar, jongedochter, geboren te Leijden, wonend aldaar aan de Langegraft. Zij was een dochter van Bartholomeus Mathijs en Annetge Jans van 't Hoff. Bij de trouwinschrijving is in de kantlijn toegevoed: "Siet aangaande de admissie om met een ander te mogen".

Albertus Clappercluijs staat in het rouwboek van Leiden omschreven als "gesepareerd man".

Albertus Clappercluijs was weduwnaar van Martijtje Salvester, toen hij op 20-10-1708 in Leiden trouwde met Jannetje van Rees, jongedochter van Leiden, wonend in de Wittepaardesteegh. De getuige van de bruid was haar moeder, Marijtje van Dijl.

Albertus Clappercluijs was geboren in Delft en werkte als verversknecht, toen hij als jongeman op 8-4-1707 in Leiden trouwde met Marijtje Salvester, jongedochter, geboren in Rotterdam en wonend aan de Oostwestgraft in Leiden. Dit huwelijk heeft dus niet lang geduurd. 

25 augustus 2017

Gerrit Snoek (1831-1909) uit Gorinchem

Tegenwoordig zouden we Gerrit Snoek uit Gorinchem een draaideur crimineel noemen, want hij kwam telkens weer in aanraking met de politie. Gerrit was eigenlijk schoenmaker van beroep en kon schrijven. In de periode 1852-1856 vervulde hij zijn dienstplicht in Brielle bij de vesting artillerie. Dat laatste jaar moest Gerrit voor de krijgsraad verschijnen wegens diefstal en desertie.

Gerrit Snoek
De criminele loopbaan van Gerrit Snoek t/m 1885.
Gerrit Snoek werd geboren op 28-10-1831 in Gorinchem als zoon van Gerrit Snoek (1801-66) en Cornelia van Erp (1806-66) en bleef zijn hele leven ongehuwd. Hij kwam uit een groot gezin en had o.a. broers Jurianus Snoek (1829-66) en Dirk Snoek (1844-96). Gerrit was vernoemd naar zijn grootvader Gerrit Snoek (1778-1826), die weer een zoon was van een nog eerdere Gerrit Snoek (1737-1801).

Gerrit Snoek in 1896
Gerrit Snoek heeft met 5 andere kolonisten in het rijksgesticht Ommerschans een inbraak gepleegd op 28-11-1866. Bovendien had Gerrit ook nog brand gesticht en schriftelijke bedreigingen geuit. Gerrit werd daarom in 1867 als enige tot 10 jaar tuchthuisstraf veroordeeld; de anderen kregen elk 7 jaren tuchthuisstraf opgelegd.

In 1883 was Gerrit Snoek 48 jaar oud, 1.69 m. lang met bruin haar, blauwe ogen en een “grote kin” zonder baard. In 1885 was zijn haar inmiddels “grijsachtig” geworden. In 1895 werd Gerrit als “kaalhoofdig” omschreven.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de criminele loopbaan van Gerrit Snoek:
DATUM
GERECHT
MISDAAD
STRAF
Juni 1856
Krijgsraad te
‘s-Hertogenbosch
diefstal en desertie 
2 jaar kruiwagenstraf
28-6- 1860
Provinciaal gerechtshof in Zuid-Holland
bedreiging met brandstichting
5 jaar tuchthuisstraf
25-3-1867
Provinciaal gerechtshof in Overijssel
diefstal uit het rijksgesticht Ommerschans
10 jaar tuchthuisstraf
1879
Rechtbank te
s-Hertogenbosch
diefstal
1 jaar celstraf
26-9-1882
Rechtbank te Rotterdam
diefstal
½ jaar celstraf in de cellulaire gevangenis te Rotterdam
28-2-1884
Gerechtshof te Arnhem
bedreiging met brandstichting en/of bedrieglijke bankbreuk
1 jaar celstraf in de cellulaire gevangenis te Utrecht
12-12-1889
Rechtbank te Amsterdam
diefstal
2 jaar en 4 maanden gevangenisstraf
16-6-1892
Rechtbank te
s-Gravenhage
diefstal
1 jaar gevangenisstraf in de strafgevangenis te Breda
21-7-1893
Rechtbank te
’s-Gravenhage
diefstal
2 jaar gevangenisstraf in de strafgevangenis te
s-Hertogenbosch
1896
Rechtbank te 
s-Gravenhage
landloperij
Veenhuizen

Tenslotte werd Gerrit Snoek op 8-9-1896 wegens landloperij opgenomen in de strafinrichting in Veenhuizen nabij Norg in Drente. Daar werd als zijn karakteristieke trek “diepliggende ogen” vermeld. Volgens opgave was hij toen 167½ cm lang met een bovenlijf van 89½ cm. Zijn linkervoet was 26 cm lang. 
Gerrit Snoek is uitieindelijk te Veenhuizen overleden op 15-6-1909, 77 jaar oud.

Bronnen: Register van ontslagen gevangenen bij TresoarWieWasWie.nlAlleDrenten.nl, Delpher.nlFamilySearch.org.

23 augustus 2017

6 dochters met de naam Cornelia in 1 gezin In 't Veld

Vroeger vernoemde je je oudste kinderen naar je ouders en daarop volgende kinderen naar andere familieleden. Dus, nadat Cornelis in 't Veld (1829-1884) in 1851 in 's-Gravendeel was getrouwd Willempje van Driel (1831-1884), noemden zij hun oudste zoon Jan - naar zijn vader - en hun tweede dochter Cornelia - naar haar moeder. Vervolgens werden ook zijn moeder en haar vader vernoemd. Hun oudste dochter, Cornelia, is echter als baby reeds overleden. Daarop noemden zij hun derde dochter opnieuw Cornelia, maar ook die Cornelia overleed als baby. Zo heeft dit echtpaar uiteindelijk 6 dochters de naam Cornelia gegeven. Van hun jongste dochter Cornelia kan ik na haar geboorte inschrijving in 1865 niets meer vinden, dus mogelijk is ook zij jong gestorven. 

's-Gravendeel

16 augustus 2017

Zeeman Rutgerus van Dongen bleef in 1777 op zee

Rutgerus van Dongen was een zoon van Ruchus van Dongen uit Oosterhout en Anna Keer uit Arnhem, die in Rotterdam zijn getrouwd op 7-12-1749. Rutgerus werd op 16-8-1652 in Rotterdam R.K. gedoopt met daarbij als getuigen Digmus Ottiens en Petronella van Dongen. Zijn oudere broer Jacobus was op 18-12-1750 in Rotterdam gedoopt met als getuigen Jacob van Dongen en Elisabeta van Dongen. Rutgerus’ moeder, Anna Keer, werd begraven op 29-6-1774 in Rotterdam en liet 2 meerderjarige en 1 minderjarig kind na.

Soldaat Rutgerus van Dongen voer op 12-10-1767 vanaf het eiland Goeree uit op het schip “Pauw” voor de kamer van Delft. Er waren 190 zeelieden, 12 ambachtslieden en 78 soldaten aan boord. De kapitein was Gerrit Harmeyer. De “Pauw” was een nieuw schip, gebouwd op de V.O.C.-werf in Delfhaven met een lengte van 140 voet en een laadvermogen van 850 ton.
Het schip deed Kaap de Goede Hoop aan van 8 tot 22 maart 1768 en kwam op 8 juni aan in Batavia, waarna het doorvoer naar China. De Pauw vertrok weer vanuit China op 25-12-1768, deed de Kaap aan van 21 maart tot 3 april en kwam op het eiland Goeree aan op 16-7-1769.

Haarlemse Courant, 2-2-1775

Op 6-4-1775 scheepte Rutgerus van Dongen als matroos in op het schip “Jonge Hellingman” voor de kamer van Rotterdam. Dit schip met Pieter Verkerk als kapitein had ook een laadvermogen van 850 ton en een lengte van 140 voet. Aan boord waren 131 zeelieden, 15 ambachtslieden en 102 soldaten. Het schip deed de kaap aan van 16 juli tot 6 augustus en kwam in Batavia aan op 17 oktober.

7 augustus 2017

Aren Nagtegaal uit Dirksland werd 90 jaar oud

Toen hij op 7-8-1927 in Melissant is overleden, was Aren Nagtegaal 90 jaar oud. Op dat moment was hij al 29 jaar weduwnaar van Elizabeth Bakker, die was overleden op 29-7-1898 in Dirksland. Zij waren getrouwd op 29-4-1863 in Dirksland. Daar hadden zij een aantal kinderen gekregen, waaronder een dochter Dina Nagtegaal (1865-1932), die in 1891 was getrouwd met Jan Stolk (1865-1956), die eveneens de leeftijd van 90 jaar zou bereiken. 

Aren's echtgenote, Elizabeth Bakker, was geboren op 20-4-1838 in Dirksland als dochter van Jan Bakker (1810-1851) en Annetje Noorman (1811-1853). Doordat haar beide ouders níet oud werden, werd zij op haar 14e al wees. 
Zelf was Aren Nagtegaal geboren op 11-11-1836 in Dirksland als zoon van Steven Nagtegaal (1805-1876) en diens eerste vrouw, Dingena Struik (1806-1841). Zijn moeder was overleden toen Aren net 5 jaar oud was. Zo'n anderhalf jaar later is zijn vader hertrouwd met Jannetje van der Herp (1821-1906). Bij zijn beide huwelijken erkende Steven Nagtegaal een voor het huwelijk geboren kind. 

Deze familie Nagtegaal, de voorouders van Aren, woonde ook in de 18e eeuw al in Dirksland. 

De Voorstraat in Dirksland, getekend door Rien Poortvliet.

3 augustus 2017

Robbert Jacobsz Valk in Dalem

De meeste ervaring heb ik met onderzoek in Zuid-Holland en Noord-Brabant, omdat daar de meeste van mijn voorouders vandaan komen. Wanneer ik maar ver genoeg terug ga, kom ik natuurlijk zo af en toe een voorouder tegen die van elders komt en dan denk ik al gauw "oei, moeilijk". Bij voorouders uit Dalem (tot 1986 gelegen in Gelderland) bleek onderzoek juist vrij simpel, omdat de doop en trouw gegevens bij zoekakten.nl bleken te zijn geïndexeerd.

Doopinschrijving in Arkel

Robbert Jacobsz Valk uit Spijk trouwde op 20-10-1680 in Dalem met Neeske Caspers Snoeck uit Dalem. Behalve hun al bekende kinderen vond ik nog een doop van Robbert Jacobse en Neeske, wonend in Dalum, op 13-7-1704 in Arkel. 

Robbert Valk hertrouwde op 9-11-1710 in Dalem met Lena Claessen Mol uit 's-Gravendeel.

Op 9-11-1710 in Dalem is Robbert hertrouwd met Lena Claessen Mol, een jongedochter uit 's-Gravendeel. Daarna is Robbert met zijn gezin naar 's-Gravendeel verhuisd. Daar overlijdt in 1714 nog een Teunis Valk, "quartiermeester op ’s lands in de Kille", met een zoon Willem, mogelijk een familielid van Robbert. Robbert had op 5-9-1700 in Dalem ook een zoon met de naam Theunis laten dopen. Robbert's tweede vrouw, Lena Mol, is echter kinderloos en als weduwe overleden. Voor het recht van begraven betaalde haar zus Arijaentje Klaesse de som van 3 gulden.