In de westerse wereld was tuberculose een endemische ziekte in de 19e eeuw, wat wil zeggen dat de ziekte hardnekkig bleef heersen. Tuberculose eiste jaarlijks meer dodelijke slachtoffers dan de toen optredende grote cholera- en pokkenepidemieën samen. Bij de Europese bevolking is de sterfte aan tuberculose aan het eind van de 19e eeuw gaan dalen.
Tante Nel (1917-60) |
Aan pokken stierven in Nederland in de 19e eeuw jaarlijks enkele honderden mensen, voornamelijk in de grote steden. Er werd toen al op grote schaal ingeënt en het aantal pokkenslachtoffers daalde sterk, maar de ziekte was nog niet verdwenen. In juli 1870 brak een oorlog uit tussen Frankrijk en Pruisen. Zowel in Frankrijk als in Duitsland had deze verplaatsing van mensen en een grote pokken epidemie tot gevolg. In Nederland eiste de pokken epidemie 706 slachtoffers in 1870. In het jaar daarop was het aantal gestegen tot 15.787 doden. In 1872 daalde hetaantal tot 3731 en bereikte in 1874 het gebruikelijk peil van enkele honderden. Het waren vooral kinderen die het slachtoffer waren van die epidemie. Na deze epidemie werd de vaccinatie in Europa voortvarend aangepakt. Het aantal sterfgevallen door pokken daalde dramatisch in de twintigste eeuw.