26 september 2016

Cornelia Bos werd in een krankzinnigengesticht opgenomen

Cornelia ("Neeltje") Bos, weduwe van Cornelis Rijnhout, werd wegens krankzinnigheid verpleegd in het gesticht van Rotterdam. Op 26-9-1859 werd zij onder curatele gesteld.

Nederlandsche Staatscourant, 5-10-1859

Cornelia en haar man Cornelis Rijnhout hadden in december 1812 in Gouda een zoon Jilles gekregen. Cornelis Rijnhout was toen 27 jaar oud en baandersknecht. Het gezin woonde aan de Rozendaal in Gouda. In februari 1815 kreeg pijpenmaakster Neeltje Bos, wonend in de Cappenersteeg, een dochter Johanna, terwijl haar man Cornelis Rijnhout in militaire dienst was.
Gouda

Cornelis Rijnout is op 18-5-1843 in Gouda overleden, 56 jaar oud. Hij was een zoon van Jelles Rijnhout en Trijntje Fortuijn. De naar zijn grootvader vernoemde zoon Jilles was in 1844 in Gouda getrouwd met Elizabeth Marré en had met haar weer een zoon Cornelis gekregen. Jilles is overleden op 23-9-1850 in Gouda. 
Cornelia Bos zelf was 79 jaar oud, toen zij overleed op 15-11-1860 in Rotterdam.


Bronnen: delpher.nl, wiewaswie.nlwww.samh.nl.

21 september 2016

IJsbrand Engelen Konijn is sinds 1812 verdwenen

Op 21-9-1848 werd door de rechtbank te Alkmaar vastgesteld dat er "regtsvermoeden van overlijden bestaat" van  de sinds 1812 vermiste IJsbrand Engelen Konijn:

Nederlandsche Staatscourant, 14-10-1848

De verdwenen IJsbrand Engelsz. Konijn was gedoopt op 18-10-1791 in Egmond aan Zee als de enige zoon van Engel IJsbrantsz Konijn (1768-1822) en diens eerste vrouw Aaltje Wulberts Ranke (1767-1810), die uit Heilo afkomstig was.

De aftocht uit Rusland was vol ontberingen.

IJsbrand Konijn was in 1812 voor het Franse leger opgeroepen. Dat jaar hield Napoleon zijn veldtocht in Rusland, waarbij de meeste soldaten door ontberingen, kou en honger omkwamen. Van velen is nooit meer iets vernomen. Dat geldt ook voor IJsbrand Konijn.

Nederlandsche Staatscourant, 22-9-1847

9 september 2016

Willem Jacobsz van Beveren (1457-1505)

Mijn voorouders zijn meest arme arbeiders, waar weinig over bekend is. Via de Strijense familie Van Driel blijk ik echter ook af te stammen van de Dordrechtse regenten familie Van Beveren. Tot die familie behoorde Willem van Beveren Jacobsz. (1457-1505), zoon van Jacob van Beveren Willemsz. en Elisabeth Dirc Springer Goetsdr. Van hem bestaat zelfs een afbeelding!
Willem van Beveren Jacobsz.
(1457-1505)

Mr. Willem de Beveren werd in 1484 secretaris van de stad Dordrecht. Hij trouwde in 1485 met Maria (†1514), dochter van Nicolaas van Bakel, burgemeester van Dordrecht, en Geertruid Screvels de Jode. Zij woonden in "de Gans" tot 1498, toen Willem dit huis verkocht aan muntmeester Blasius Bouquet. Daarna woonden zij in het huis "den Ouden Beer" in de Wijnstraat in Dordrecht, dat zijn vrouw bij dode van haar moeder was aangekomen.

In juni 1500 werd Mr. Willem van Beveren beleend met het Schroot-Ambacht en de zoutmaat in Dordrecht na het overlijden van Zoete van Beveren, zijn nicht. Tevens werd hij toen beleend met een visserij, strekkend van Dordsmonde in de Dubbel tot die Wale, naast Dubbeldam en Puttershoek enerzijds en Zwijndrecht anderzijds, en tot Barendrecht, na het overlijden van een ander familielid. Na Willem's overlijden gingen beiden in 1506 over op zijn zoon Jakob (†1510). Het is echter zijn zoon Nicolaas (†1529) waar ik van afstam.

Zie: M. van Balen: Beschryvinge der stad Dordrecht, 1677; Ons Voorgeslacht 1946; De Nederlandsche Leeuw 1909.

1 september 2016

De broers Hermanus, Pieter en Johannes Mugge gingen allen naar zee

Hermanus Mugge en Jannetje Hoecke zijn op 4-2-1729 in Leiden in ondertrouw gegaan. Aanwezig daarbij als getuigen waren Jan Blom, zwager van Hermannus (via zijn huwelijk met Aagje Mugge), en Magteld Derwijn, Jannetje’s moeder. Hermannus was statenmaker, waar hij “op ’t Iserne Grafje” woonde. Hij was op 12-5-1711 in de N.H. Hooglandsche kerk in Leiden gedoopt als zoon van Hermanus Muggen sr. en Catharina van der Vorst. Jannetje was op 14-3-1700 in de N.H. Marekerk in Leiden gedoopt als dochter van Johannes van Hoecke en Magteld Derwijn (der Wijn). Ten tijde van haar huwelijk woonde Jannetje in de Weddesteeg aan de Witte Poort. Jannetje van Hoecke was hoogzwanger, want haar oudste dochter Kathrijna werd reeds op 20-2-1729 gedoopt.



Hun oudste zoon, Johannes, lieten Hermanus en Jannetje op 8- 11-1730 in de N.H. Marekerk in Leiden dopen. Op 1-9-1734 in de N.H. Pieterskerk lieten zij een zoon Hermanus dopen met daarbij als getuigen Lijsje van Hoecke en Pieter de Groot. De volgende zoon, Pieter Mugge, werd op 10-7-1737 eveneens gedoopt in de N.H. Pieterskerk. Doopgetuigen van Pieter waren Katrina de Buijs en Wessel Wiggelmans.