31 januari 2016

Berend Beltman (1851-1937) overleed in Deventer

Berend Beltman is vernoemd naar de overleden eerste echtgenoot van zijn moeder, bakker Berend Jan Korteling (1812-1845). Berend's moeder, Dina Elisabeth Klomp (1820-1875), is op 10-5-1849 in Deventer hertrouwd met Gerrit Beltman (1820-1891). Berend werd op 26-6-1851 in Deventer geboren als hun oudste zoon.

De Telegraaf, 1-2-1937

Op 24-4-1878 in Deventer trouwde Berend Beltman met Elsjen Peteri (1851-1929), dochter van Cornelis Peteri (1822-1893) en diens eerste vrouw Maria Harmina Muiderman (1822-1893), die beiden in Deventer woonden. Van de kinderen van Berend en Elsjen bereikten er vier de volwassen leeftijd: Gerrit Cornelis (1879-1943), Cornelis Gerrit (1880-1952), Maria Hermina en Antonia Petronella Beltman.
Berend Beltman overleed in Deventer op 31-1-1937, 85 jaar oud. Zijn vrouw Elsje was daar reeds op 11-2-1929 overleden.






18 januari 2016

Hendrik van den Broek uit Tilburg deserteerde in 1810

In de Franse Tijd werden door het Ministerie Van Oorlog in de Koninklijke Courant uitgebreide beschrijvingen geplaatst van deserteurs. Eén daarvan was Hendrik van den Broek, huzaar, zoon van Arnoldus en Annemie van Oosterhout. Hendrik was geboren in Tilburg, 18 jaar oud, 5 voet, 4 3/4 duim lang en van beroep droogscheerder. Hij had donkerbruin haar en wenkbrauwen, blauwe ogen, een heel gewone neus en mond, een gladde, ronde kind. Hendrik is op 18-1-1810 gedeserteerd van het regiment huzaren in de garde van de toenmalige koning Lodewijk Napoleon Bonaparte:

Koninklijke Courant, 27-1-1810
Hendrik's ouders, Arnoldus van den Broek en Anna Maria (Annemie) van  Oosterhout, woonden in Tilburg, waar zij op 2-5-1784 waren getrouwd. Bij hun huwelijk aanwezig waren Jan Baptist van den Broek, broer van de bruidegom, en Hendrick van Oosterhout, vader van de bruid.

12 januari 2016

Simon Naaktgeboren is in 1719 op zee gebleven

Simon Naaktgeboren (1691-1719) voer uit voor de Kamer van Zeeland vanuit Rammekens aan de Westerschelde op 3-5-1718. Hij vertrok met het in 1712 gebouwde fluitschip "Strijkebolle" onder leiding van schipper Jacob Blauw. Als botteliersmaat assisteerde Simon de bottelier, die aan boord van een schip verantwoordelijk voor de inkoop van proviand en de rantsoenering daarvan.
Door storm, tegenwind of windstilte kon een reis veel langer duren dan gehoopt. Daarom werd er voedsel meegenomen dat gedurende lange tijd niet gevoelig was voor bederf, zoals scheepsbeschuit, spek, boter, olie, bier, in vaten gepekeld rundvlees en gedroogde granen en peulvruchten. 
Een Fluitschip
Gedurende de eerste 2 of 3 maanden van de reis liepen nieuwelingen vaak al schuurbuik en tering (tuberculose) op, waardoor ze rond liepen met bleke gezichten, blauwe lippen en gezwollen benen. Ook reumatische klachten kwamen veel voor door de koude en vochtige omgeving. Aan het begin van de 18e eeuw wist men nog niet dat de ziekte scheurbuik door een gebrek aan vitamine C kwam, maar dacht men dat het kwam door "onvoldoende lichaamsbeweging", "te zoute voeding" en/of "winterse koude" aan boord van een schip.
Het  fluitschip "Strijkebolle" deed Kaap de Goede Hoop aan van 24 augustus t/m 19 september en kwam op 26-11-1718 in Batavia in Indonesië aan. 

Op 7-7-1719 vertrok het in 1717 in Rotterdam gebouwde fluitschip "Slot van Kapelle" vanuit Batavia. Het schip verdween in een storm op 14-8-1719 in het Nauw van Formosa bij Taiwan. Twee begeleidende schepen, de Catharina en de Meeroog, verdwenen eveneens in de golven. Zo is Simon Naaktgeboren op zee "gebleven".

4 januari 2016

Johannes Biesheuvel (1899-1933) hing zich op in de gevangenis

Volgens de kranten kwam Johannes Biesheuvel uit een zeer goed bekend staande familie. Hij was op 21-10-1899 in Klaaswaal geboren als jongste zoon van Teunis Biesheuvel (1856-1931) en Barbara Bos, die afstamt van mijn voorouder Leendert Cente Bos (1755-1830).

Aanvankelijk was Johannes Biesheuvel machinist bij de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (R.T.M.), maar daar was hij ontslagen. Daarna heeft hij enige tijd een eigen autobustdienst op de eilanden geëxploiteerd. Door alcoholgebruik was hij echter aan lager wal geraakt. Geruime tijd woonde hij inmiddels in Rotterdam.

Johannes Biesheuvel werd op 4-1-1933 gearresteerd in een logement aan de Nieuwe Haven te Rotterdam, dat hij huurde, vanwege doodslag op de landbouwer De Reus bij een inbraak in diens boerderij in Numansdorp de dag ervoor. Johannes werd daar aangehouden samen met de 25-jarige varensgezel F. Lombach, geboren in Oud-Beijerland en wonend te Charlois in Rotterdam, die prompt flauw viel.

Het Volk, 5-1-1933
F. Lombach legde kort na zijn arrestatie een volledige bekentenis af. Hij was met Biesheuvel naar Numansdorp gefietst, waar zij zich naast de "Johanna Hoeve" hadden verstopt. Toen de 36-jarige boer Jan de Reus hen betrapte was een worsteling ontstaan. Daarbij viel een schot, waarna de Reus zich niet meer verroerde. Toen de vrouw van De Reus, Trijntje Pleuntje van Beek, vervolgens polshoogte kwam nemen, dwongen zij haar om de woning binnen te gaan en geld te geven. Nadat de vrouw hen wat geldstukken had gegeven, wist zij zich met haar 2 jonge kinderen op te sluiten in de slaapkamer. Vervolgens waren Biesheuvel en Lombach samen weer naar Rotterdam teruggefietst.