Op zaterdagavond 19 maart 1729 was Jacob niet thuisgekomen na zijn werk. Zijn moeder had Isaac daarom gevraagd om een oogje in het zeil te houden en haar te hulp te schieten, mocht Jacob weer dronken thuis komen.
Het duurde echter tot zondagmiddag half 1 voordat Jacob thuis kwam. Meteen ontstond er een luide woordenwisseling tussen Jacob en Neeltje. Isaac, die net zat te eten, hoorde het geschreeuw en met zijn mes nog in zijn hand rende hij naar de woning van zijn moeder. In het gevecht dat ontstond, stak Isaac zijn broer met een mes. Jacob zakte in elkaar. Isaac nam de benen.
Op maandag 21 maart legde Jakob een getuigenis af voor de baljuw en de volgende dag overleed hij aan zijn verwondingen. Isaac de Mol werd bij verstek veroordeeld. Hij werd "vervallen verklaard van al zijn rechten en 99 jaar verbanning uit Holland en Westfriesland op straffe van met zwaard geëxecuteerd te worden. Confiscatie van zijn goederen met recht van vrijkoop en betaling gerechtskosten".
Stadhuis van Gouda |
Bronnen: Het Crimineel vonnisboek Gouda en Een broedermoord in de Wijde Poort - naar een artikel in "De Schatkamer", regionaal historisch tijdschrift jaargang 22, afl. 1, mei 2008.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Heb je aanvullingen of opmerkingen?