Hendrikus Christoffel (“Hendrik”) van der Ros werd geboren op 5 maart 1810 en r.k. gedoopt op de 6e in Heusden als zoon van Wilhelmina (“Gauillaumette”) van Kranenburg en Jacobus van der Ros. Hendrik had o.a. een oudere broer Frederik(us) van der Ros (1798-1884).
Hun vader, dagloner Jacobus van der Ros, deed op 2 oktober 1812 in Heusden nog aangifte van een kind. Hun grootmoeder Hendrika van Dijk, weduwe van Jan van Kranenburg, deed op 3 april 1818 in Heusden aangifte van het op die dag geboren onechte kind van haar dochter Wilhelmina van Kranenburg, genaamd Wilhelmina. Kennelijk was Jacobus toen inmiddels overleden. Wilhelmina van Kranenburg, weduwe van Jacobus van der Ros, overleed als weduwe op 7 januari 1828 in Heusden, 51 jaar oud.
![]() |
Henricus Christoffel van der Ros verbleef in 1837 in de gevangenis in Hoorn wegens diefstal |
Hendrikus Christoffel van der Ros was 24 jaar oud, woonde in Heusden en werkte als zadelmakersknecht, toen hij een jaar de gevangenis in moest wegens diefstal. Op 20 januari 1837 werd hij opgesloten in de gevangenis op het Oostereiland bij Hoorn (NH). Deze gevangenis was in 1829 in gebruik genomen en werd in de volksmond (“De Krententuin”) genoemd. Op 13 december 1837 was Hendrik weer een vrij man.
![]() |
Gevangenis "De Krententuin" op het Oostereiland bij Hoorn |