Hendrikus van der Ros (1812-55) mishandelde zijn vrouw Dina Voorsluis

Hendrikus Christoffel (“Hendrik”) van der Ros werd geboren op 5 maart 1810 en r.k. gedoopt op de 6e in Heusden als zoon van Wilhelmina (“Gauillaumette”) van Kranenburg en Jacobus van der Ros. Hendrik had o.a. een oudere broer Frederik(us) van der Ros (1798-1884).

Hun vader, dagloner Jacobus van der Ros, deed op 2 oktober 1812 in Heusden nog aangifte van een kind. Hun grootmoeder Hendrika van Dijk, weduwe van Jan van Kranenburg, deed op 3 april 1818 in Heusden aangifte van het op die dag geboren onechte kind van haar dochter Wilhelmina van Kranenburg, genaamd Wilhelmina. Kennelijk was Jacobus toen inmiddels overleden. Wilhelmina van Kranenburg, weduwe van Jacobus van der Ros, overleed als weduwe op 7 januari 1828 in Heusden, 51 jaar oud.

Henricus Christoffel van der Ros verbleef in 1837 in de gevangenis in Hoorn wegens diefstal

Hendrikus Christoffel van der Ros was 24 jaar oud, woonde in Heusden en werkte als zadelmakersknecht, toen hij een jaar de gevangenis in moest wegens diefstal. Op 20 januari 1837 werd hij opgesloten in de gevangenis op het Oostereiland bij Hoorn (NH). Deze gevangenis was in 1829 in gebruik genomen en werd in de volksmond (“De Krententuin”) genoemd. Op 13 december 1837 was Hendrik weer een vrij man.

Gevangenis "De Krententuin" op het Oostereiland bij Hoorn

Op 15 april 1838 in Heusden en Oudshoorn was de eerste afkondiging voor het huwelijk van de 26-jarige Hendrikus Christoffel van der Ros en de 29-jarige Gerardina (“Dina”) Voorsluis. De huwelijksvoltrekking was op de 29e waarbij haar broer, de 25-jarige Hendrik Voorsluis, aanwezig was als getuige.
Dina Voorsluis is geboren op 5 januari 1809 in Outshoorn en gedoopt op de 17e in het nabij gelegen Alphen aan de Rijn. Haar ouders zijn Soetje Jans van Duivenbode en Jan Voorsluis. Dina Voorsluis was ongehuwd, toen zij in Oudshoorn op 12 februari 1829 beviel van een zoon Jacobus. Kuiper Jacobus de Jeu, 22 jaar oud en wonend te Oudshoorn, erkende de vader te zijn en deed de aangifte. Het kind overleed als baby in Oudshoorn op 2 oktober van datzelfde jaar.

Hendrik van der Ros werkte als zadelmaker, toen hij op 9 september 1841 opnieuw de gevangenis in ging wegens "slaan en verwonden van zijn vrouw" en het "tegen de grond werpen van J. van Immerzeel". Gelukkig was bij geen van beiden een dusdanig letsel ontstaan, waardoor zij gedurende meer dan 20 dagen niet had kunnen werken, want dat zou verzwarend hebben gewerkt. Toch zal het best wel een flinke mishandeling zijn geweest, want hij was veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf. Ook moest hij ƒ8,- betalen. Op 11 oktober 1843 kwam Hendrik van der Ros weer vrij.

Hendrik van der Ros werkte weer als zadelmaker toen zijn vrouw Dina op 29 juni 1844 in Heusden beviel van een zoon Johannes Jacobus. Dat was 8½ maand na Hendrik's vrijlating. Daarna zijn geen kinderen meer uit dit huwelijk geboren.

Hendrikus Christoffel van der Ros was 45 jaar oud, toen hij overleed op 31 maart 1855 in Heusden. De aangifte werd mede gedaan door zijn broer Frederik van der Ros, die werkte als linnenwever. Hendrik's weduwe, Dina Voorsluis is overleden op 20 december 1865, ruim 56 jaar oud.

Hun zoon Johannes Jacobus van der Ros trouwde in Tiel op 12-8-1865 met Agnita Theodora van Lankeren. Johannes Jacobus werkte als tapper toen hij op 12-11-1896 in Tiel hertrouwde met Gerritje Kesting. Caféhouder Johannes Jacobus van der Ros overleed op 61-jarige leeftijd op 25 oktober 1905 in Tiel.

Bronnen: WieWasWie.nl, Noord-HollandsArchief.nl, BHIC.nl, Salha.nl, Families Of South-Holland CD (de "Klappers"), Zeelieden, bedelaars en gevangenen op het oostereiland in de Zuiderzee, J.P. van den Broek, Brabanders in de Krententuin te Hoorn, Genealogisch Tijdschrift voor Oost-Brabant, 1994, blz. 18.