Rutgerus van Dongen was een zoon van Ruchus van Dongen uit Oosterhout en Anna Keer uit Arnhem, die in Rotterdam zijn getrouwd op 7-12-1749. Rutgerus werd op 16-8-1652 in Rotterdam R.K. gedoopt met daarbij als getuigen Digmus Ottiens en Petronella van Dongen. Zijn oudere broer Jacobus was op 18-12-1750 in Rotterdam gedoopt met als getuigen Jacob van Dongen en Elisabeta van Dongen. Rutgerus’ moeder, Anna Keer, werd begraven op 29-6-1774 in Rotterdam en liet 2 meerderjarige en 1 minderjarig kind na.
Soldaat Rutgerus van Dongen voer op 12-10-1767 vanaf het eiland Goeree uit op het schip “Pauw” voor de kamer van Delft. Er waren 190 zeelieden, 12 ambachtslieden en 78 soldaten aan boord. De kapitein was Gerrit Harmeyer. De “Pauw” was een nieuw schip, gebouwd op de V.O.C.-werf in Delfhaven met een lengte van 140 voet en een laadvermogen van 850 ton.
Het schip deed Kaap de Goede Hoop aan van 8 tot 22 maart 1768 en kwam op 8 juni aan in Batavia, waarna het doorvoer naar China. De Pauw vertrok weer vanuit China op 25-12-1768, deed de Kaap aan van 21 maart tot 3 april en kwam op het eiland Goeree aan op 16-7-1769.
 |
Haarlemse Courant, 2-2-1775 |
Op 6-4-1775 scheepte Rutgerus van Dongen als matroos in op het schip “Jonge Hellingman” voor de kamer van Rotterdam. Dit schip met Pieter Verkerk als kapitein had ook een laadvermogen van 850 ton en een lengte van 140 voet. Aan boord waren 131 zeelieden, 15 ambachtslieden en 102 soldaten. Het schip deed de kaap aan van 16 juli tot 6 augustus en kwam in Batavia aan op 17 oktober.