Marike van Tilborgh is gedoopt op 3 maart 1677 in 's-Grevelduin Capelle als één van de zes dochters van Cornelis Adriaense van Tilborgh en Teuntje Peters Timmer. De verdeling van de erfenis van dat echtpaar vond plaats op 24-10-1699, dus toen waren beiden inmiddels overleden.
Marike trouwde met haar eerste man, Jan Janse Boudewijns, in 's-Grevelduin-Capelle op 5 februari 1696 na een aangifte door Jan op 14 januari in de classis van ƒ3 en na "vertooninge des quirantie van voldoeninge aen 't Lant". Bij bovengenoemde erfdeling van zijn schoonouders trad Jan op namens zijn vrouw. Op 24 juni 1702 betaalde zijn weduwe ƒ3 voor zijn begrafenis.
![]() |
Maria van Tilborgh, weduwe van Jan Boudewijns, betaalde ƒ3 in Capelle om te trouwen met Meerten Jans de Leeuw |
Nog in datzelfde jaar, op 17 november 1702 gaf Marike van Tilburg, weduwe van Jan Boudewijns, zich aan om te trouwen met Martinus ("Meerten") de Leeuw, jongeman geboren en wonend in de Vrijhoeven. Zij trouwden op 3 december 1702 in 's-Grevelduin-Capelle. Meerten was aldaar gedoopt op 23 december 1674 als jongste zoon uit het eerste huwelijk van Jan Peterse de Oude de Leeuw en diens eerste vrouw Catelijn Peeter Mertens van den Hoeven. Op 25 april 1676 is Jan hertrouwd met Anneken Adriaens van Campen, die daarmee Meerten's stiefmoeder werd.
Meerten de Leeuw en Marike van Tilborgh lieten op 24 maart 1704 in 's-Grevelduin-Capelle een dochter Catharina ("Caatje") dopen. Op 12 februari 1706 in 's-Grevelduin-Capelle betaalde Maria van Tilburg ƒ3 voor het recht van het begraven van haar man Meerten de Leeuw. Hun huwelijk had net 3 jaar geduurd.
Marike van Tilborgh bleef zwanger achter en beviel van een postuum zoontje dat in 's-Grevelduin-Capelle op 23 juni 1706 werd gedoopt met de naam Martinus, net als wijlen zijn vader. Op 12 oktober van dat jaar betaalde Marike ƒ6 voor het begraven van haar zoontje.