16 juni 2020

De innocente Leendert Verhagen Teuniszoon in Hellevoetsluis

Teunis Verhagen en Maria Wassenaar lieten op 16-6-1756 in Hellevoetsluis een zoon Leendert dopen. Twee eerdere zoontjes met die naam waren kennelijk jong gestorven. Op 12-11-1758 in Hellevoetsluis lieten zij een dochter Maria dopen. Ook lieten zij nog een zoon Teunis dopen.

Vergadering gehouden op den drie en twintigsten Junij 1797 te Hellevoetsluis:
Bij resumptie gedelibereert sijnde over het gedaane versoek van Leendert Verhaagen, houdende om ten minste van een gedeelte onderstand van den grooten armen voor sijn suster Maria Verhaagen, is daar op expresselijk nagesien het contract tusschen den grooten en diaconie armen, deeser plaatse sulsisteeren, en goedgevonden uit hoofde van het tweede articukel van dat contract voor als nog te verklaaren, dat in de alimentatie voor Maria Verhagen, nog geheel, nog gedeeltelijk kan getreden werden, en is den schout versogt, en gequalificeert meergemelde Leendert Verhagen hier van kennisse te geven.

Vergadering gehouden op den sevenden Julij 1797 in Hellevoetsluis:
Ingevolge en ter vergadering van de voorgaande resolutie ten opsigte van het gedaan versoek van de erve van wijle Teunis Verhagen den oude, is ter vergadering binnen gestaan en gecompareert aan Wassenaar, aan denwelke met alle moogelijke drangreedenen is versogt geworden, daar hij soo na in de familie was, om aan de begeerte van deese sijne familie te voldoen, en aan te nemen het opsigt over ongelukkige innocente Leendert Verhagen Teuniszoon, op dat den boedel konde werden verdeelt, dat alle ’t welke ongelukkig is afgeloopen, door dien gemelde Wassenaar bij sijne weijgering bleeff persisteeren, die dan ook vervolgens wederom uit deeze vergadering vertrokken is.
Waar na in deliberatie genoomen sijnde dat het evenwel seer noodsaakelijk was, dat over den persoon van Leendert Verhagen Teuniszoon curators aangestelt wierden, soo ook omdien boedel behoorlijk liquiditeijt te brengen, en toesigt over sijn goederen te neemen, is goed gevonden en verstaan, soo als goedgevonden en verstaan werd bij deesen, tot curators over den persoon en goederen van den innocente Leendert Verhaagen Teuniszoon aan te stellen, ende te committeeren, de burgers en leeden van deese vergadering Rempko Heijen Kooij, en Joseph Chardon, geevende aan den zelve soodanige magt ende gesagh, als aan curators, na regten gegeeven wierden, en dezelve competeerende sijn, blijvende gehouden van hunne administratie, en directie, aan deese vergadering te dioen behoorlijke reekening en verantwoording, soo als hier toe werd vereijscht.

De omgeving van Hellevoetsluis

Bronnen: FamOfSH, Ambacht Weergors en fortificatie Hellevoetsluis. No. 8 (1797) bewerkt door Christiaan van der Tuijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Heb je aanvullingen of opmerkingen?