29 november 2019

Pietertge Lauris van Dijck was in 1653 "om hoererije vertrocken"

Peeterken Lauwerens (Pietertge Lauris) van Dijck was één van de jongste dochters van Lauweris Querijnsz van Dijck (1637) en Neeltgen Adriaens Hoosge (†1660) die woonden in Charlois bij Rotterdam. Pietertge had oudere zussen genaamd Crijntge, Maertge, Teuntie, Aechje, Machteltge en Adriaentge en een broer Adriaen. Hun moeder is in 1644 in Rotterdam hertrouwd met jonggezel Laurens Cornelisz 'van Mensheerenlandt anders geseijt Moerkercken'. 

Adriaen Lauwen, voogd van het weeskind van Maertge Lauwen, en Cornelis Adriaense Wijn, man van Crijntge Lauwense van Dijck, en met procuratie van Crijn Bastiaense Binnewech, als vader en voogd van het weeskind van Maertge Lauwen, en met procuratie van Sijmon Tonisse Stougeswech, man van Adriaentge Lauwen van Dijck, en Clement Crijnen Leegenhouck, als voogd van de vier minderjarige weeskinderen van Lauris Crijnen van Dijck en Neeltge Adriaense Hoosge. Zij willen op 5-7-1646 in Charlois teelland verkopen, waarvan een gedeelte gelegen is in Oud-Pendrecht en dat zij hebben geërfd van Maertge Matijsen hun grootmoeder. Ze kunnen er echter geen koper voor vinden. 

Lauris Cornelisz van Moerkercken, wonende te Charlois, als getrouwd hebbende Neeltgen Ariens Hoosge, die weduwe was van Lauris Crijnen van Dijck, transporteerde op 1-8-1657- volgens voorwaarden en verkoop op 4 april en na overgifte door hem gedaan voor het Hof van Holland - aan deurwaarder Anthonij van der Horst - en met kennis en approbatie van Pieterge Lauris, zijn huisvrouwen meerderjarige voordochter, die mede present was - aan de heer Joan Oem en andere heren, die eigenaars waren van de grond: een zekere 'huijsinge, bergen, schuijer ende timmeragie' gelegen in 't Zantblock in Charlois.

Op de lijst van voor het Heilige Avondmaal gesuspendeerde Charloisse lidmaten is omstreeks 1653 genoteerd: “Pieterken Lauwerens om hoererije – vertrocken”.

Op de Charloisse consistorievergadering van 18-6-1661 werd Peeterken Lauwerens door de predikant voorgedragen om weer tot het Avondmaal toegelaten te worden. Hij bracht ter sprake dat zij zich verlopen had aan 'hoererije' en een onecht kind had gebaart dat toen nog in leven was. Omtrent acht jaren was zij van het Avondmaal afgehouden. Aangezien zij betoonde nu 'groot berouw en leet weesen van haer sonde te hebben' en ootmoedig om vergeving verzocht van de ergenis en droefheid die zij de gemeente toegebracht had, verzocht zij wederom tot het Avondmaal toegelaten te worden - na in tegenwoordigheid van de predikanten en 2 leden van de kerkenraad schuldbekentenis te hebben gedaan.
Niet lang daarna zal Pietertge naar Oud-Beijerland zijn vertrokken, waar zij op 21-1-1664 met haar stiefvader als getuige optrad bij de doop van een kind van haar zuster Machteltge. 

Bronnen:
  K.J. Slijkerman, De Oudere generaties van het geslacht met de naamdragers Van Dijck en Lagenhouck (Leegenhouck) uit Charlois, Ons Voorgeslacht 2012, blz. 97-98;
  StadsArchief.Rotterdam.nl
;   E. Kersseboom, Openbare verkopingen en verpachtingen Charlois;
  J.P. van der Speck, Oud-Beijerland, dopen 1662-1673.

23 november 2019

Maria Maris (1841-1924) trouwde met 2 neven

Maria Maris werd geboren op 23-12-1841 in de gemeente Fijnaart en Heijningen als jongere dochter van Arie Cornelisse Maris (1801-1872) en zijn vrouw Adriana van Doorn. Maria's oudere zus Anna Maris (1827-1878) trouwde in 1853 met een verre neef, Pieter Willemse Maris (1819-1874). Maria Maris zelf zou echter met twee volle neven trouwen.

Maria Maris is getrouwd op 7-4-1864 in Fijnaart en Heijningen met haar neef Jacobus Maris (1840-1865), zoon van Arie Pieterse Maris (1801-1865) en Cornelia Cornelisze Maris (1805-1863), die een zus is van Maria's vader. Jacobus was landbouwer. Na 7 maanden huwelijk werd aldaar hun zoon Arie geboren op 8-11-1864. Jacobus is vervolgens overleden op 22-3-1865 rond 5 uur 's middags. 

Maria Maris is hertrouwd op 9-7-1868 in Fijnaart en Heijningen met haar neef Johannis Maris (1836-1916), de in de Klundert geboren zoon van Huibert Maris (1815-1871), die een broer is van Maria's vader, en diens vrouw Anna Scherpenisse. De verwantschap tussen Maria Maris en haar beide echtgenoten heb ik in onderstaand schema weer gegeven. De man van Maria's oudere zus, Pieter, stamt af van een broer van de Jan Jans Maris bovenaan in onderstaand schema.

   Jan Jans Maris
  (1697-?)
|
-------------------------------------
|
Jacobus Maris
(±1728-1789)
|
Arij Maris
(1739-1795)
|
Pieter Maris
(1771-1834)
|
|
|
Cornelis Maris
(1771-1832)
|
--------------------------------------- 
|
Arie Maris
(1801-1865)
×
|
|
Cornelia Maris
(1805-1863)
|
Arie Maris
(1801-1872)
|
|
Huibert Maris
(1815-1871)
|
Jacobus Maris
(1840-1865)
× Maria Maris
(1841-1924)
× Johannis Maris
(1839-1916)
|
Arie Maris
(1864-1920)

18 november 2019

Frans Kluifhoofd (1865-94) overleed aan difterie

Tegenwoordig worden we ingeënt voor difterie. Deze infectieziekte, die vroeger ook bekend stond als “kroep”, wordt veroorzaakt door een gifstof van de difteriebacterie, die via hoesten van mens op mens wordt overgebracht. De keel zwelt op en de slijmvliezen kunnen taai worden, waardoor ademen moeilijk wordt en kinderen zelfs kunnen stikken. Wanneer de hartspier is aangedaan ontstaat een levensgevaarlijke situatie. Tegenwoordig kan difterie met antibiotica worden behandeld. Vroeger kon dat niet.

Nieuwe Vlaardingsche courant, 6-1-1884

Frans Kluifhoofd, kandidaat in de rechten in Leiden, is op 28-jarige leeftijd op 2-1-1894 in Zoeterwoude overleden aan difterie. Frans werd geboren op 15-9-1865 in Numansdorp als zoon van Dirk Kluifhoofd (1837-1921) en Susanna Niemandsverdriet. Van hun kinderen hebben Maartje (1841-1885), Maarten Leedert (1863-1925), Frans en Neeltje Hendrika de volwassen leeftijd bereikt.

Frans' vader Dirk is een zoon van Maartje Dekker (1812-1885) uit Numansdorp en Maarten Leendert Kluifhoofd (1811-1852) uit Nieuwenhoorn. Daarmee stamt Frans af van Maarten Lauwerens Kluijfhooft en Grietje Jans van den Polder, die rond 1700 in Nieuwenhoorn woonden.


Bronnen: Delpher.nl, WieWasWie.nlDistrictklappers Zuid-Holland.

14 november 2019

Willem Haak (1788-1869) uit Streefkerk had zo zijn trots

Op 14-11-1869 in Streefkerk is Willem Haak overleden. In de Delftsche Courant stond geschreven dat hij zich 6 weken voor zijn overlijden niet zo lekker voelde. Hij was toen naar de timmerman gestapt om het te hebben over een doodskist. Ook informeerde hij naar de kosten van de begrafenis, omdat hij niet "na zijn dood zou willen hooren, dat hij van de diaconie was ter aarde besteld".

Delftsche Courant, 5-12-1869

Willem Haak is geboren op 19-4-1788 en gedoopt op de 27e in Streefkerk. Hij is dus 81 jaar oud geworden. Willem had nog een zus Mar(ri)gje Haak (1784-1856), die ook ongehuwd was overleden. Hun ouders zijn Cornelia Steeren / Steeven en Gijsbert Haak. Gijsbert is gedoopt op 20-6-1751 in Zevenhuizen als zoon van Cornelis Haak en Marrigje Verbeek / van der Beek. Gijsbert is overleden op 4-11-1831 in Streefkerk.

Bronnen: Delpher.nl, WieWasWie.nl, den-uijl.nl, Klappers Zuid-Holland.

5 november 2019

Dirk Rosenbrand (1826-1895) werd gedetineerd in Hoorn

Dirk Rosenbrand werd geboren op 1-4-1826 in Capelle (NB) als jongere zoon van Dirk Gerritsz. Rosenbrand (1751-1837) en zijn vrouw Johanna Gijsberts Mes (1794-1866). De eerste gezamenlijke voorouder van mij en Dirk is de 17e-eeuwse Jan Claesz. Rosenbrand.

Dirk Rosenbrand heeft lager onderwijs genoten. Zijn oudere broers Adriaan en Gerrit en zijn zus Anna zijn allen als tiener gestorven. De oudste broer, Gijsbert (1818-47), werd ook niet oud. Dirk woonde nog steeds in Capelle en was nog vrijgezel, toen hij zich schuldig maakte aan "diefstal bij nacht".  Op 26-2-1852 werd hij veroordeeld tot 18 maanden cel. Op 3-5-1852 werd hij opgesloten in de gevangenis in Hoorn. Dirk was niet eerder veroordeeld geweest en heeft zich kennelijk goed gedragen, want op 21 juni 1853 verkreeg hij gratie en hoefde hij de laatste 4 maanden van zijn straf niet meer uit te zitten.

De gevangenis in Hoorn