Mees Willemsz Feijs, reisvaardig, en Marijtje Jans Heijsbergen

Mees Willemsen Feijs, j.m. van Rotterdam, en Marijtje Jans, j.d. van Bommel, zijn op 24-2-1675 in Rotterdam getrouwd, na een ondertrouw op de 3e. Hun wittebroodsweken duurden níet lang, want Mees wilde op reis met de Verenigde Oostindische Compagnie (V.O.C.). Zo lieten zij op 10 april 1675 in Rotterdam door notaris Philips Basteels een testament op maken. Mees Willemsz Feijs, reisvaardig om voor de V.O.C. met het schip het "Huijs Ter Merwe" naar Oost-Indien te varen, en Maria Jansdr., echtgenoten, wonende buiten de Oostpoort onder de jurisdictie van Kralingen, benoemden elkaar tot erfgenaam. Onder bepaalde omstandigheden zou een bedrag kunnen worden uitgekeerd aan haar ouders Jan Dirckz en Aeltge Thomasdr., wonende te Bommel in de provincie Gelderland. Marijtje was dus afkomstig uit de vestingstad Zaltbommel. 

Linksboven de Oostpoort in Rotterdam
aan het einde van de 17e eeuw.

Over de ouders van Marijtje kunnen we meer te weten komen via het testament van haar broer Jacob, opgemaakt - eveneens door notaris Philips Basteels - op 25-1-1669 in Rotterdam. Jacob Jansz Heijnsbergen, schoenmaker, en zijn vrouw Maertgen Govertsdr., wonende aan de oostzijde van de Nieuwstraat, benoemen elkaar tot erfgenaam. Eerstgenoemde maakt een bepaling ten aanzien van Jan Dircksz Heijsbergen en Aeltge Thomasdr. Sloot, zijn vader en moeder, wonende te Bommel. Maertgen Govertsdr. legateert daarbij iets aan haar zuster Aerjaentge Govertsdr, en maakte een bepaling ten aanzien van Govert Dircksz 't Hoen en Pietertjen Ariens, haar ouders, wonende buiten de Oostpoort in de jurisdictie van Kralingen. 
Jan Dircksz Heijsbergen en Aeltge Thomasdr. Sloot, wonende in Zaltbommel, hadden dus, behalve een dochter Marijtje, getrouwd met Mees Willemsen Feijs, ook een zoon Jacob, die schoenmaker was. Zijn schoonzuster Arijaentge Govertsdr. Thoen was gedoopt op 14-3-1649 in Rotterdam met getuige Niese Arijens. 

Bron: Stadsarchief Rotterdam.nl.