In 1783 opende de aarde zich in IJsland over een afstand van minstens 22 kilometer. Een oppervlak van ca. 565 vierkante kilometer verdween onder een metersdikke laag lava en enorme hoeveelheden giftige gassen kwamen vrij. Meer dan de helft van de IJslandse veestapel werd gedood en een kwart van de bevolking stierf van de honger.
Van juni t/m september 1783 dreven zwavelwolken naar Europa door uitbarstingen van de vulkaan Laki in IJsland. Daardoor was het noordelijk halfrond die zomer in een waas van gelige mist gehuld. De zwavel tastte de longen aan van de arbeiders op het land en veroorzaakte extra overlijdens, ook onder zuigelingen.
In de noordelijke Nederlandse provincies raakte op de dag van Sint Jan, 24 juni, alles bedekt met een kleverige aanslag. In de schone was, die buiten hing, verschenen roestachtige vlekken. Voorwerpen van metaal begonnen uit te slaan en bladeren aan de bomen verdorden.S.J. Brugmans schreef dat in de stad Groningen de mist sterk naar zwavel rook wat zorgde voor hoofdpijn en moeite met ademhalen. Eind juni waren de bladeren bruin geworden en vielen van de bomen. De zon was verduisterd en er waren zware onweersbuien.
J.H. van Swinden merkte op: "De velden zien er zeer triest uit. De bomen en planten zijn hun groene kleur verloren en de grond is bedekt met gevallen bladeren. Je zou denken dat het oktober of november was".
J.C. van der Muelen schreef: "Men zoude veeltijds gezegd hebben in de herfst te zijn, en dan duurde de mist nog zo lange niet. De winden die tevooren veranderlijk geweest zijn, zijn toen meer uit ’t N: gekomen, dog meestentijds is ’t weder stil en warm geweest". Op 31 juli schreef hij: "Deze maand van julij is buitengewoon droog en heet geweest. Al de regen nu en dan met donderbuijen is zeer weinig geweest". Hij vervolgde: "Nog iets zeer buitengewoons heeft plaatsgehad: naamelijk de lugt is gedurig met een nevel vervuld geweest, die dan zwaarder dan minder geweest is, en van Junij af tot den 22sten Julij geduurd heeft. Uit de nieuwstijdingen zoude men opmaken dat die nevel bijna door geheel Europa geweest is".
De zomer was in heel Noordwest-Europa uitzonderlijk warm en droog. Onder de met ‘drooge nevel’ beslagen hemel verschroeiden gras, bladeren en gewassen. Er stierven veel meer mensen aan de ‘rodeloop’ (dysenterie) dan in andere jaren, tot wel tienmaal zoveel. De oogst van 1783 mislukte grotendeels. Ook was er grote sterfte onder het vee.
Alleen al in Engeland stierven 23000 mensen ten gevolge van de giftige gaswolken. Daar daalde ook as neer. De Engelse dichter William Cowper schreef in de zomer van 1783: "Zo veel mensen zijn onwel door koortsen dat boeren moeite hebben hun oogst binnen te halen; de werklieden worden bijna dagelijks uit de velden gedragen, niet in staat om te werken en velen sterven." Onderzoek naar parochieregisters heeft geleid tot schattingen van meer dan 20.000 doden in Groot-Brittannië alleen al in de zomer van 1783.
Het vulkanische stof en de gassen in de atmosfeer blokkeerden het zonlicht, waarna een extreem koude en lange winter volgde. Het weer in Europa was daarna nog jarenlang van slag en oogsten mislukten. Grote sociale onrust was het gevolg.
Zie: When a killer cloud hit Britain, De Zwarte Zomer van 1783, HistoraNet.nl, The eruption that changed Iceland forever, Hoe schadelijk is vulkaanas? Een aanvullende bron was een artikel in het blad "Promotor" van januari 2013.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Heb je aanvullingen of opmerkingen?