Ook de schilder Jan Daemesz de Veth was een slachtoffer: "Hy hadde voor het plaatsnijden te leeren, doch wierde in 't jaar 1625 oud ontrent dertig jaaren, van eene besmettelijke ziekte aangetast, en overwonnen.", zo vermeldde de stadshistoricus Ignatius Walvis (1653-1714).
Gouda in 1674 |
Tijdens pestepidemieën trof het stadsbestuur allerlei maatregelen om verspreiding van de ziekte tegen te gaan: besmette huizen werden gesloten, bedstro en huisvuil moesten buiten de stad worden verbrand en pestlijders werden verplicht tot het dragen van een witte stok om daarmee goederen aan te wijzen die zij wilden kopen.
Ten gevolge van de pestepidemieën volgde tot ca. 1700 een economische terugval, die ook de pijpenindustrie in Gouda trof.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Heb je aanvullingen of opmerkingen?