Het Rechterlijk Archief van Loon op Zand getuigt van een langdurige ruzie tussen mijn voorouder Thomas Geldense Paans (1692-1769) en ene Francis Bersevelt, die in een huis van Paans woonde.
Francis Bersevelt voerde in 1737 een civiele procedure tegen Thomas Paans, woonachtig te Capelle, over achterstallige huishuur en een openstaande rekening. Op verzoek van Francis Bersevelt legde Arnoldus van Reijswijk, vorster, op 10-4-1737 beslag op de goederen van Thomas Paans, wonende te Capelle.
Jan Peetersz. van Tilborgh legde op verzoek van Thomas Geldense Paans op 24-7-1737 in Loon op Zand een verklaring af over hoe Francis Bersevelt genoemde Paans bedreigd heeft. Corstiaan van Wanrooij, Jan Coenen van Boxel, Gerrit van Hal, Peeter Valentijn en Huijbert Conings, legden op verzoek van Francis Bersevelt op 15-11-1737 in Loon op Zand een verklaring af over zijn ruzie met Thomas Paans.
Op 10-5-1738 legde Adriaan Drossaars, wonende te Waalwijk, op verzoek van Thomas Paans, wonende te Capelle, een verklaring af over dat Francis Berseveldt nooit ramen of kozijnen bij hem gekocht heeft. Op 15-5-1738 legde Jan Kievits, oud-schepen, op verzoek van Thomas Paans een verklaring af over dat Francis Bersevelt nooit hout bij hem heeft gekocht. Bastiaan Anthonijsz. Timmermans, meester-timmerman, verklaart in opdracht van Paans gewerkt te hebben aan het huis waarin Bersevelt woont.
Op 25-10-1738 leggen Jan Vos, wonende te 's-Grevelduin-Capelle op de Nieuwe Vaart, en Hendrik van Osch, op verzoek van Thomas Paans een verklaring af over dat Francis Bersevelt woont in een huis van genoemde Paans.
Op 16-9-1739 werd Barsevelt veroordeeld tot het betalen van 64 gulden huishuur, verminderd met de schuld van 20 gulden en 18 stuivers in verband met geleverde winkelwaarde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Heb je aanvullingen of opmerkingen?